Pijn is onvermijdelijk, lijden is een keuze

‘Lijden is verzet tegen dat wat ‘is’ “ – Byron Katie

 1. Pijn, lijden en problemen zijn inherent aan het leven

Iedereen hoopt op een gelukkig leven met zo min mogelijk problemen, pijn en lijden. Maar hoe goed wij ons ook best doen in het leven en hoe goed wij als mens ook proberen te zijn en te leven: pijn en lijden zijn onontkoombaar. Dit kan fysieke pijn en lijden zijn als gevolg van een ziekte of een ongeluk,  maar ook psychologische pijn ten gevolge van het verlies van een dierbare, van afwijzing, van het niet realiseren van levensdoelen, van verlies van werk etc.  Zelfs als wij momenten van plezier of genot ervaren zit daar lijden in verscholen, omdat deze momenten tijdelijk zijn en na verloop van tijd om zullen slaan in pijn en onplezierige ervaringen. Want vroeg of laat zullen we afscheid moeten nemen van datgene en degene waar we aan gehecht zijn. Geen leven zal zijn zonder lijden: lijden hoort bij het leven! Verwachten dat het leven zonder lijden zal zijn is als verwachten dat water niet nat zal zijn.

Dit, monniken, is de Edele Waarheid van het lijden: geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, de dood is lijden, verdriet en weeklagen, pijn, smart en wanhoop zijn lijden; omgaan met hetgeen waarvan je een afschuw hebt is lijden, gescheiden worden van het geliefde is lijden, niet krijgen wat men wil hebben is lijden – kortom, de vijf groepen  (die object zijn) van hechten, zijn lijden.’

-Boeddha-

Een leven zonder problemen is eveneens een illusie

Het verhaal over 84 problemen

Er bestaat een oud verhaal over een man die de Boeddha opzocht omdat hij gehoord had dat de Boeddha zo’n groot leraar was. Zoals iedereen, had ook hij in zijn leven de nodige tegenslag gehad en hij dacht dat de Boeddha misschien in staat was hem voorgoed van zijn problemen te verlossen.  Hij vertelde de Boeddha dat hij boer was. ‘Ik hou van het boerenleven”, zei hij “maar soms regent het te weinig en dan mislukt de oogst. Vorig jaar moesten se het bijna  met de dood bekopen. Andere keren regent het juist weer te veel, wat ook niet goed is voor de oogst. De Boeddha luisterde geduldig. “Ik ben getrouwd”, zei de man. “Ik heb een prima vrouw… Ik hou echt van haar. Maar soms kan ze zo tegen me zeuren. Soms wordt ik zo moe van haar.” De Boeddha luisterde zonder een woord te zeggen. “Ik heb ook kinderen’, zei de man. “Leuke kinderen, dat wel… Maar soms doen ze net alsof ik niet besta. En soms…” Zo passeerden al zijn zorgen en problemen de revue. Tenslotte was hij uitgepraat. Vol spanning wachtte hij op de woorden van Boeddha die aan al zijn problemen een eind moest maken. Tot zijn verbazing zei de Boeddha: “Ik kan je niet helpen’. “Hoe bedoelt U?” zei de man. “Iedereen heeft problemen,” antwoordde de Boeddha. “We hebben allemaal drieëntachtig problemen waaraan we niets kunnen doen. Als je echt je best doet kun je er misschien een paar oplossen, maar zodra het verdwenen is, komt er direct weer een ander voor in de plaats. Alle mensen van wie je houdt zullen bijvoorbeeld op een gegeven moment uit je leven verdwijnen.  En ook jij zult op een gegeven moment doodgaan. Dit is een probleem, en jij noch wie dan ook kan daaraan iets doen, dus ook ik niet’. De man werd woedend. “En ik dacht nog wel dat U zo een groot leraar was!” schreeuwde hij. “Ik dacht dat U mij wel zou kunnen helpen! Wat hebben wij aan zo een leer?”.De Boeddha antwoordde: “ Misschien is die wel goed voor het oplossen van het vierentachtigste probleem’. “Het vierentachtigste probleem?’ riep de man verbaasd. ‘Wat is het vierentachtigste probleem?’. Boeddha antwoordde: “dat je helemaal geen problemen wilt hebben’. – Uit: Boeddhisme in alle eenvoud – Steve Hagen.

Pijn en lijden worden vaak in één adem genoemd, maar is er automatisch lijden als er pijn is? Voor de onbewuste mens is dit wel het geval. Negatieve emoties zoals boosheid, verdriet en angst en pijnlijke fysieke sensaties houden voor hen automatisch lijden in. Maar het is niet voor niets dat eeuwenoude wijsheden uit o.a. het boeddhisme, hindoeisme en TAO laatste jaren onder westerlingen zo populair zijn geworden. Zij leggen de oorzaken van lijden bloot en stellen dat lijden beëindigd kan worden. Betekent dat dat zij de formule hebben voor een leven zonder problemen en met eeuwigdurend geluk??? Nee helaas. Problemen in het leven en pijn kunnen niet vermeden worden, maar het blijkt dat je er niet automatisch onder hoeft te lijden. Er kan dus pijn zijn en er kunnen problemen zijn zónder dat er lijden is.

 Pijn is een feit, lijden is een keuze – gezegde

Het inzicht dat lijden inherent is aan het leven is de eerste van de vier Edele waarheden uit het Boeddhisme. Deze vier Edele waarheden zijn:

  1. Leven is lijden
  2. Er is een oorzaak voor dat lijden
  3. De waarheid over het beeindigen van lijden
  4. Er is een pad dat leidt tot de opheffing van lijden.

Deze Vier Edele Waarheden was de eerste lering die de Boeddha gaf en het vormt de basis van alle Boeddhistische leringen. Als je de Vier Edele Waarheden bestudeerd krijg je inzicht in de aard van lijden, hoe je als mens je eigen lijden creeert en in stand houdt en hoe je jezelf kunt bevrijden van lijden.

2. Verlangen is de oorzaak is voor het lijden

De oorzaak voor het lijden is het verlangen naar iets. Of je wilt iets wat je niet hebt, of je hebt iets dat je niet wilt.  Noem eens één ding op dat je dwarzit en je zult ontdekken dat het altijd verband houdt met begeerte, met verlangens, met iets waar naar je streeft of waar je juist vanaf wilt.

Al het menselijk lijden ontstaat als gevolg van drie vormen van begeerte.Deze verlangens zijn op te delen in drie typen:

  1. Het verlangen naar zintuigelijke ervaringen. Wij verlangen naar de plezierige gevoelens die ontstaan als gevolg van zintuigelijke prikkeling, zoals het drinken van een lekker drankje, een verkoelende duik in een zwembad, een fijne aanraking, een lekker maal. We verlangen naar meer genot, weelde, of comfort. Er is niks mis met verlangens: verlangens zijn inherent aan het leven. Lijden ontstaat als je gehecht of zelfs verslaafd raakt aan je verlangens. Boeddha ontdekte dat bijna alle levende wezens slaaf zijn van hun verlangens.
  2. Verlangen naar bestaan. Dit is het verlangen om te leven. Wij willen niet sterven, wij willen op één of andere manier blijven bestaan. Dit kan de huidige vorm, maar het kan ook in een alternatieve vorm, in alternatieve omstandigheden of met alternatieve karaktereigenschappen. Hierbij past de zin:”Ik wilde dat ik ….was’. Je zou dit verlangen ook manifestatiedrang kunnen noemen: we willen onze talenten benutten,we willen groeien en onszelf verbeteren. Op zich is er niks mis met deze verlangens, maar deze verlangens kunnen makkelijk ontaarden in perfectionisme, in het najagen van succes, in carrieredwang, geldingsdrang en expansiedrift. Of als je juist de status quo wilt handhaven jezelf verzetten tegen verandering, terwijl verandering inherent aan het leven is. Als dit (te) sterke vormen aanneemt kan het leiden tot stress, innerlijke onrust en psychosomatische klachten.
  3. Vernietigingsdrang, of verlangen naar niet-bestaan.  Dit verlangen heeft betrekking op het niet willen blijven bestaan in de huidige vorm of omstandigheden, of het niet willen bestaan in een alternatieve vorm of omstandigheden. We willen iets niet meer zijn of hebben. We kunnen geen ongemak, pijn, verdriet, ziekte, afwijzing of andere onprettige menselijke ervaringen accepteren. Hierbij past de zin “Ik wilde dat ik nooit….zou hoeven zijn”. Wij streven er allen naar om van deze wereld van pijn en ellende verlost te worden. Deze drijfveer kan zich uiten in een negatief zelfbeeld of in het willen kwijtraken van iets wat ooit verworven was zoals een relatie, een baan of een huis. Het kan zelfs lijden tot zelfdoding omdat we vinden dat ons leven in de huidige status quo geen ‘zin’ meer heeft.

De boeddhistische psychologie stelt dat verlangens en lijden voortkomen uit onwetendheid.

Stel je een groep mensen voor die aan een overdadig banket heeft plaatsgenomen. Ze zitten aan lange tafels waarop de meest heerlijke spijzen staan uitgestald. Een duizelingwekkende verzameling voedsel, op de verrukkelijkste wijze geprepareerd, staat vlak voor hun neus te dampen en te glinsteren. Vreemd genoeg steekt geen enkele feestganger een hand uit naar het voedsel uit. De borden zijn leeg, ze eten er geen kruimel van. Zo zitten ze de hele tijd en ze zijn langzaam aan het verhongeren. Ze verhongeren niet omdat ze niet kunnen meedoen aan dit schitterende feest, omdat eten hun verboden is of omdat het schadelijk zou zijn.  Ze verhongeren omdat ze zich niet realiseren dat ze voedsel nodig hebben . Ze weten niet dat de pijn in hun maag van de honger komt. Ze beseffen niet dat ze alleen maar hoeven toe te tasten en te genieten van het feestmaal dat voor hen staat. Dit is de realiteit waarin we leven. De meesten van ons hebben het vage gevoel dat er iets in ons leven ontbreekt. Toch hebben wij totaal geen besef van ons eigenlijke probleem en wat we eraan zouden moeten doen. Misschien zijn we ons er vaag van bewust dat er eten voor onze neus staat, maar we brengen dat niet in verband met de pijn die we van binnen voelen, ook al wordt deze steeds feller en heviger. We verlangen naar iets. We voelen pijn en een tekort. We lijden. Alles wat we nodig hebben om de onvrede te verdrijven, is binnen handbereik, toch beseffen we dat niet. Volgens de boeddha-dharma is deze droevige toestand, deze intense en nooit aflatende onvrede, de eerste waarheid van ons bestaan. Alle pijn die we onszelf en anderen aandoen – de haat, de voortdurende strijd, het gemanipuleer, de conflicten – komt uit onszelf voort. Het is het product van onze eigen hart en eigen geest, het resultaat van onze eigen verwarring. Hierbij komt nog dat we deze toestand, zolang we niet precies zien wat ons probleem is, zelf in stand houden.Uit: Boeddhisme in alle eenvoud – Steve Hagen

Maar waar zijn wij dan onwetend over? Wij zijn onwetend over:

A. Hoe het leven in elkaar steekt

B. Wie wij daadwerkelijk zijn

C.Hoe ons denken werkt.

A. Onwetendheid over hoe  het leven in elkaar steekt

Verandering is inherent aan het leven: niks blijft hetzelfde, alles komt en gaat, en na groei komt afbraak. Verwachten dat alles blijft zoals het is of je hechten aan een mens, ding of een situatie veroorzaakt dus lijden

Het leven oscileert tussen uitersten, maar de meesten van ons willen het leven als het ware ‘vastzetten’ op zijn hoogtepunt om het geluk niet te verliezen of om niet nog ongelukkiger te worden. Wij verlangen dus dat het leven op een bepaalde manier hetzelfde blijft. Dit verlangen naar dat alles bij het oude blijft zorgt voor fixatie. Deze fixatie is ook een  bron van lijden

    HET SPEELVELD VAN HET LEVEN

—————————————————————————————-

Dit deel willen we niet          Dit deel willen we wel        Dit deel willen we niet

         /////////////////I————————-I/////////////// 

                                     Dit is het deel dat we wel willen

   (qua gedachten, gevoelens, verlangens, wilsimpulsen en ervaringen)                                                                  = Fixatie

Fixaties manifesteren zich in ons lichaam en zenuwstelsel als kramp, spanning, beweging, gebaren, houdingen en andere lichamelijke verschijnselen. Als reactie op de fixaties van de mind op bepaalde ervaringen raakt het lichaam gefixeerd als de energie geconcentreerd raakt en vast gaat zitten in bepaalde delen van het lichaam. Dit kan leiden tot allerlei fysieke klachten van stijfheid, ongemak en zelfs hevige pijn.

Een student vroeg ooit eens aan een Swami in India hoe hij aan zijn buitengewone hoeveelheid energie kwam. “U slaapt bijna nooit”, zei hij “waar komt die grenzeloze stroom van energie vandaan?”. “Stel je eens voor” antwoordde de Swami, hoe veel energie je (over) zou hebben als je je geen zorgen meer zou maken, niet meer zou klagen,  oordelen, je verdedigen of ergens weerstand tegen zou bieden.

Peter Fenner, een Australier die jarenlang als boeddhistisch monnik heeft geleefd zegt in zijn boek ‘Radiant Mind‘ dat het belangrijk is dat we het speelveld van het leven vergroten. Hij noemt dit ‘broadening the rivers of life’. Hoe groter het speelveld van het leven, hoe minder weerstand tegen dat wat zich voordoet en dus hoe minder fixaties en lijden.

B. Onwetenheid over wie wij zijn en wat ons drijft

Wij zijn onwetend over wie wij zijn en over wat ons drijft. Wij denken dat wij zuiver bezig zijn, maar ondertussen is er op onbewust niveau geldingsdrang of vernietigingsdrang aan het werk of zijn we bezig ons verlangen naar zintuigelijk genot te bevredigen. Wij hebben vaak geen idee hoe onze drijfveren ons in de ban hebben en hoeveel ellende en lijden dat veroorzaakt.

“Verlangen is de meest opvallende en vitale drijfveer in ons leven […] Als we de betekenis, de zin, de volheid en de waarheid van verlangen begrijpen, dan krijgt verlangen een totaal andere betekenis in ons leven, dan wordt het een heel andere drijfkracht.  Hoe komt verlangen tot bloei? Waarom zit er zo een enorme energie achter? Als we de aard van verlangen niet tot uit zijn diepste diepte begrijpen, zullen we altijd met elkaar blijven strijden. Je verlangt iets, je vrouw verlangt misschien naar iets anders en de kinderen weer iets heel anders. Zo liggen we altijd met elkaar overhoop.” Uit: De web van het denken – Krishnamurti

De wortel van de onwetendheid is ons  ‘grijpen’ naar de verlangens omdat wij de perceptie hebben dat wij een ‘ik’  of ‘zelf’ zijn. Onze verlangens en gedachten daarover beschouwen wij als behorend bij dat ‘ik’ en dat ‘ik’ dat moet er altijd wat mee. Als dat ‘ik-ben’ er niet meer zou zijn, dan zijn er geen verlangens en dus ook geen lijden, want de verlangens zijn altijd van de persoon en gaan over de persoon en over hoe die persoon zich verhoud t.o.v. de wereld. En áls er nog wel verlangens zouden zijn, dan is er niemand (of beter gezegd niet-iemand) die wat met die verlangens zou moeten of willen, of die daar naar ‘grijpt’. Dan zouden die verlangens gewoon kunnen komen en gaan, evenals de gedachten over die verlangens, net zoals wolken die langs de hemel trekken. Er is dan alleen maar een ‘iets’ (de waarnemer) aanwezig dat die verlangens gadeslaat evenals de gedachten daarover, maar er is geen lijden omdat er niemand (of niet-iemand) is die lijdt. Meesters als Ramana Maharshi en Nisargadatta zeiden dat we in een soort amnesie over ons ware zelf verkeren: we weten niet meer wie we daadwerkelijk zijn en dat veroorzaakt lijden. Via de weg van negatie ‘niet dit en niet dat’ , oftewel door erachter te komen wie of wat je niet bent, komt je erachter wie of wat je wel bent.

 “Als we verlangen waarnemen doen we dat dan als een buitenstaander die naar verlangen kijkt? Of kijken we naar het verlangen zoals het opkomt? Zie je het verschil? Je kijkt naar verlangen, als naar iets wat je mooi vindt in de etalage en graag wilt kopen, zodat het voorwerp los van je ‘ik’ staat of anderrs is je verlangen ‘ik’ dan is er de waarneming van verlangen zonder de waarnemer die het gadeslaat. Je kunt naar een boom kijken. “Boom’ is het woord waarmee je dat wat op het land staat aanduidt. Maar je weet dat het woord ‘boom’ de boom niet is. Zo is ook het woord ‘vrouw’ je vrouw niet. Maar je hebt het woord tot je vrouw gemaakt. Ik weet niet of je de grote subtiliteit hiervan begrijpt. We moeten vanaf het begin heel goed begrijpen dat het woord het ding niet is. Het woord ‘verlangen’ is niet het voelen van verlangen – dat zeer speciale gevoel dat zich achter de reactie bevindt. We moeten dus goed oppassen dat we niet in het woord gevangen gehouden worden. Onze hersens moeten ook zo actief zijn, dat ze inzien dat het voorwerp het verlangen misschien oproept  een verlangen dat iets anders is dan het verlangen . Zijn wij ons ervan gewaar, dat het woord niet identiek is aan het ding en het verlangen niet losstaat van de waarnemer die het verlangen gadeslaat? Zijn we er ons ervan gewaar dat het voorwerp het verlangen misschien oproept, maar dat verlangen onafhankelijk is van het voorwerp?” Uit: Het web van het denken – Krishnamurti

C Onwetendheid over het denken

Wij denken dat verlangens meestal iets zijn wat ons overkomen en waar we weinig aan kunnen doen. Het denken blijkt echter een cruciale rol te vervullen bij het ontstaan van verlangens. Volgens Krishnamurti worden verlangens zelfs veroorzaakt wordt door het denken.

We vragen onszelf af, wat is de bron van verlangen? Nu moeten we heel waarheidsgetrouw zijn, heel eerlijk, want verlangen is iets bedriegelijks, heel listigs, tenzij wij de kern ervan begrijpen […]. Als je iets ziet, volgt een reactie. Je ziet een groen hemd, een groene jurk, dat wekt een reactie op. Er komt contact. Door dat contact schept het denken een beeld van jezelf in dat hemd of in die jurk, dan ontstaat verlangen. Of je ziet een auto op straat, mooi van lijn, glanzend gepoetst, met een sterke motor. Je loopt er eens omheen, je onderzoekt de motor. Dan schept het denken het beeld, terwijl jij in die auto stapt, de motor start, je voet neerdrukt en wegrijdt. Zo ontstaat verlangen en de bron van verlangen is het denken dat het beeld schept, tot op dat moment is er geen sprake van verlangen. Je reageert met je zintuigen, dat is normaal, maar dan creeert het denken het beeld en op dat moment ontstaat het verlangen. Uit: het web van het denken – Krishnamurti

Als je puur naar de directe ervaring kijkt ontstaan er bij het zien of ervaren van iets fijns of moois prettige fysieke sensaties. Pas als wij deze sensatie willen vasthouden of als het denken erin springt en zich een beeld maakt van hoe datgene wat een reactie teweeg bracht in jouw bezit komt, ontstaat er een verlangen. En als dat verlangen niet bevredigd wordt of als je verwachtingen (waar verlangens achter zitten) niet uitkomen ontstaat er lijden.

3. Hoe lijden te beeindigen

Dit, monniken, is de Edele Waarheid van de Opheffing van Lijden: Het is het gaandeweg verdwijnen en uiteindelijk ophouden van voornoemd verlangen. Het opgeven, het laten varen, het loslaten en de verwerping van dat verlangen zonder dat er een spoor van overblijft.’

-Boeddha-

Ieder mens is in staat om zijn eigen lijden op te heffen. Verlossing van het lijden wordt ook wel ‘verlichting’ of ‘ontwaken’ genoemd en de situatie van verlost zijn van lijden ‘Nirwana’.

Pijn is een feit, lijden is een keuze – gezegde

Als je weet dat begeertes/verlangens lijden veroorzaken dan is de meest voor de hand liggende oplossing het onderdrukken van je verlangens en begeertes, of er gewoon geen aandacht meer aan besteden. Helaas werkt dat niet: het probleem van begeerte is dat als we het met geweld wegdrukken, het aan kracht wint en soms in een andere gedaante weer zijn kop op steekt. Wegdrukken is oppompen. Dit principe kun je soms heel goed in werking zien bij mensen die proberen te lijnen: na 10 keer de zin in iets lekkers te hebben weggedrukt vinden ze zichzelf terug achter een literverpakking ijs dat ze net leeg hebben gegeten. En als je weet hoe het principe van ´wegdrukken is oppompen´ werkt verbaas je je ook niet over het feit dat er zoveel katholieke geestelijken zijn die zich hebben vergrepen aan misdienaartjes.

Maar als wegdrukken niet werkt, hoe moet je dan met je verlangens omgaan? Heel simpel: neem ze alleen maar waar. Maar daar laten we het vaak niet bij: in plaats van het alleen waar te nemen, reageren we erop en zeggen ‘het is niet goed om nu trek te hebben in chocoladeijs, ik moet daar mee ophouden’. Alleen deze reactie al zal het verlangen versterken. We zitten in een impasse: we verlangen dat er een eind komt aan het verlangen.

“Is het mogelijk dat het denken geen beeld opwekt en schept? Leren over – niet het beheersen van – verlangen is discipline. Als je werkelijk iets leert over iets, houdt het op. Maar als je zegt dat je je verlangen moet beheersen zit je op een totaal andere golflengte. Als je geheel van deze beweging ziet, zul je ontdekken dat het denken met zijn beeld er niet tussenkomt; je ziet alleen maar, je hebt de sensatie, en wat is daar verkeerd aan? We zijn allemaal zo bezeten van verlangen, we willen ons zelf vervullen door verlangen. Maar we zien niet hoeveel verwoesting het veroorzaakt – het verlangen naar persoonlijke veiligheid, het verlangen persoonlijk iets te bereiken, succes, macht prestige. Uit: Web van het denken – Krishnamurti.

De enige manier om uit deze impasse en greep van onze verlangens te komen is om een eind te maken aan onwetendheid en door te ontdekken hoe de menselijke geest werkt. De menselijke geest is als een slingeraap die van de hak op de tak springt en dat als een klein kind in een speelgoedwinkel overal naar ‘grijpt’.

Onze problemen hangen samen met dat wat Boeddha omschreef als ‘de neigingen van de geest’. De geest heeft de neiging zichzelf in een bepaalde richting te bewegen. De geest ziet iets ‘buiten zichzelf’ waarnaar hij verlangt en denkt ‘ik wil dat terug’, ‘ik wil dat nu’ of ‘Ik wil dat niet meer’, “Ik wil daarvan af”, ‘Ik wil er niets meer mee te maken hebben’. In alle gevallen definieren we datgene wat we willen of niet willen als iets wat los van onszelf staat. De geest is vol voorkeur en afkeur, vol begeerte en hebzucht. Binnen de verlichte geest, de geest van een boeddha, bestaan deze tendensen, deze verlangens, deze neigingen niet. Uit: Boeddhisme in alle eenvoud – Steve Hagen.

Boeddha begreep hoe de realiteit in de elkaar steekt en wist dat het ene verlangen altijd weer gevolgd wordt door het andere verlangen. Het ene verlangen is nog niet bevredigt of er duikt alweer een ander verlangen op dat bevredigt moet worden. Een mens die zijn verlangens najaagt is net zo gebonden als een hamster die in een rad telkens hetzelfde rondje rent. Geluk komt niet voort uit het bereiken van je verlangens, maar volgt juist als je openstaat voor de realiteit, door te zien wat er met en in ons gebeurt en deze realiteit te accepteren zoals ze is.

“Merk alles op en vindt er niks van” – Ton Boon

 4. Er is een pad is dat lijdt tot het opheffen van lijden.

Boeddha had 8 levensadviezen die voor het beeindigen van lijden zorgen. Deze acht adviezen worden ook wel het Achtvoudige Pad genoemd. Als je deze acht leefregels in acht neemt dan doe je geen schade aan jezelf, anderen of de omgeving.  Je zult daardoor minder problemen en conflicten in je leven veroorzaken en aantrekken waardoor er minder lijden zal zijn. Deze acht adviezen zijn:

1.Het juiste inzicht: weten hoe het denken werkt en kennis hebben van de 4 edele waarheden

2.De juiste intentie/bedoelingen: het juiste denken zonder bezitsdrang, wreedheid of boosheid.

3.De juiste spraak: het juiste spreken dus geen laster, leugens roddels of ruwe taal. Dit kan onnodig pijn,verwarring en verdriet veroorzaken.

4.Het juiste handelen: dit betreft jezelf onthouden van harmonie verstorende en (zelf) destructieve handelingen zoals geweld jegens mensen of dieren, stelen, doden, machtsmisbruik, gebruik van bedwelmende middelen en genieten ten koste van anderen (o.a. pesten)

5.De juiste wijze van levensonderhoud: Dit is een advies om een heilzaam en eerlijk beroep uit te oefenen waarbij je jezelf, anderen en de wereld geen schade toe brengt. Dus jezelf onthouden van fraude en handel in wapens en drugs. Geen beroep beoefenen waarbij je het milieu schade toe brengt.

6.De juiste inzet: dit is de inzet om het heilzame te bevorderen. Het gaat over de inspanning om onjuiste en onheilzame gedachten, emoties en daden niet langer te voeden en te beeindigen en anderzijds heilzame gedachten, emoties en daden te ontwikkelen en verder te groeien

7.De juiste aandacht: dit gaat over opmerkzaamheid en over alert zijn voor het hier en nu. Het is het observatievermogen waarmee je doorziet wat zich in een bepaalde situatie in of aan je voordoet. Het is de open aandacht met betrekking tot het lichaam, de gevoelens, de gedachten en de wilsimpulsen die zich in het hier-en-nu aan je voordoen.

8.De juiste concentratie: dit betreft eenpuntigheid van de geest: of gericht op het hier-en-nu  of op een heilzaam object. Dit is een tegenovergestelde staat dan die van waarin het denken als een slingeraap van het ene object van aandacht naar het andere slingert.

 5. De onzichtbare tentakels van lijden

Stel je nou voor dat je in één keer helemaal door hebt hoe lijden veroorzaakt worden en hoe je het kan beeindigen als je braaf de acht leefregels van de Boeddha volgt, dan nog is het een hele klus om het lijden in je leven daadwerkelijk te beeindigen. Lijden is namelijk ook een chemische kwestie en we kunnen er ook gehecht aan zijn geraakt of onderbewust op geprogrammeerd staan. Het is daarom interessant om jouw relatie met lijden te onderzoeken.

Onze hormoonspiegels staan afgesteld op ons gemiddelde dagelijkse portie aan lijden. Zonder dat wij het weten zorgen wij er onderbewust zelf ook nog eens voor dat er voldoende lijden in ons leven is om de hormoonspiegels op het peil te houden waaraan het gewend is. Het kan zelfs zo zijn dat je onbewust verslaafd bent aan ongelukkig zijn. Mocht je eigen leven nou op een bepaald moment niet voldoende lijden hebben om je hormoonspiegels op peil te houden, dan zijn er genoeg surrogaat drama’s die hetzelfde effect teweeg brengen. Ons bezig houden met de drama’s van anderen zorgen ervoor dat dezelfde stofjes worden aangemaakt. Het is niet voor niets dat mensen er zo een genoegen in hebben om het leed en het lijden van anderen te bepraten en er misschien zelfs ook wel een beetje van genieten. En er zijn niet voor niets zo veel real life soaps over het lijden van anderen zoals Spoorloos, Help mijn man in klusser en  mijn leven in puin.

Eckhart Tolle zegt dat in het ontwerp van een mens ‘iets’ zit dat ongelukkig zijn nastreeft. Dat ‘iets’ heet een pijnlichaam. Het pijnlichaam is een opeenhoping van oude emotionele pijn in je energieveld. Het is een semi-autonoom energieveld, d.w.z. dat het een onderdeel van ons is, maar dat het ook een bepaalde zelfstandigheid heeft. Normaal bevindt ons pijnlichaam zich in een soort sluimertoestand: je bent je er dan niet van bewust. En dat is maar goed ook: als je bewust al je emotionele pijn met je mee draagt, dan is het leven geen pretje.  Net als andere levensvormen heeft het pijnlichaam ‘voeding’nodig om te overleven.  En het voedsel wat het nodig heeft is energie met een vergelijkbare frequentie. Dat wil zeggen: gelijksoortige emotionele pijn als waar het pijnlichaam uit bestaat. Het pijnlichaam is verzot op emotioneel pijnlijke ervaringen want daar voedt het zichzelf mee. Voor het pijnlichaam is elke emotioneel pijnlijke ervaring bruikbaar als voedsel: daarom gedijt het zo goed op negatief denken en op drama in relaties. Het pijnlichaam kan een hele tijd uit je bewustzijn blijven: soms sluimert het dagen, meestal weken, maar het kan ook maanden of jaren sluimeren.Je kan het pijnlichaam ook zien als een beer in winterslaap: een tijdje lang is er geen beer op de weg (letterlijk en figuurlijk ) maar op een gegeven moment wordt hij hongerig wakker. Dat ontwaken van het hongerige pijnlichaam kan je op twee manieren waarnemen: als je alleen bent of als je samen met anderen bent.

Alle pijnlichamen reageren op triggers. Een trigger is ‘iets’ in het hier-en-nu dat als symbool dient van een oude emotionele pijn. Als je getriggerd bent reageer je op een automatische manier: oude manieren van denken, voelen en doen worden geactiveerd. Je hebt dus geen vrijheid in je manier van denken, voelen en reageren. Triggers kunnen bepaalde situaties zijn of bepaalde dingen die mensen doen of zeggen. Het pijnlichaam dat klaarstaat om te gaan eten kan zelfs het onbeduidenste als trigger gebruiken: iets dat iemand zegt of doet, een stembuiging, een manier van kijken, een gebaar, een liedje… Ook gedachten kunnen als trigger dienen. Op nog onbewuster niveau kan zelfs de kleur behang, een ding of een geur als trigger dienen. Op het moment dat je getriggerd wordt merk je dat het pijnlichaam met kracht je bewustzijn binnentrekt: in een split second wordt je overspoeld door moeilijke en pijnlijke gevoelens. Je voelt je lichaam verkrampen en/of je voelt een stoot adrenaline door je heen golven als je boos wordt, of je voelt alle energie uit je wegtrekken als je verdrietig wordt. Hoe dan ook: het binnentrekken van het pijnlichaam in je bewustzijn heeft heftige fysieke gevolgen. Deze worden direct gevolgd door een stroom van negatieve gedachten, die de heftigheid van de gevoelens versterken. Het is alsof een grotere macht het even van je overneemt Je wordt volledig meegesleurd door de gedachten en gevoelens van het moment en je reacties die hier het gevolg van zijn lijken volledig automatisch te gebeuren. Niet zelden reageer je dan op iemand of op een situatie op een manier waar je later  spijt van krijgt. “Ik was mijzelf niet’ of “ik weet niet wat mij bezielde’ zijn dingen die je jezelf later tegen iemand hoort zeggen.

Als het pijnlichaam honger heeft en getriggerd is, is je neocortex, dat deel van je hersenen waar je bewuste denken zit, min of meer buiten spel gezet. Er is verkramping en fixatie en dus is het lijden ineens vollop terug. Willen we écht van het lijden af, dan is het ook belangrijk dat we ons pijnlichaam gaan uithongeren want een wakker geworden pijnlichaam heeft een enorme overtuigingskracht en kan ons weer in een oude staat van zijn terugslingeren.

Je zou kunnen zeggen dat het verminderen van lijden in je leven ook echt een soort afkickproces vraagt. Maar dat niet alleen: je kan ook gehecht zijn geraakt aan lijden. Dit klinkt misschien vreemd, want niemand wil toch vrijwillig lijden? Maar toch kan het zijn dat het moeilijk is om afstand van lijden te nemen. Verschillende soorten van gehechtheid aan lijden:

1. Lijden kan een deel van je identiteit zijn geworden. Als je jarenlang lijdt dan kan het zijn dat het lijden onderdeel van je identiteit is geworden. Dat het een basis is geworden waarop je contact hebt met andere mensen, bijvoorbeeld met andere mensen die lijden. Stoppen met lijden kan eenzaamheid betekenen omdat je systemisch buitengesloten wordt omdat je niet meer bent zoals de anderen met wie je contact hebt en die ook lijden. Het kan ook zijn dat er een ongemakkelijke stilte gaat vallen in je conversaties met anderen als het niet meer gaat over lijden in welke vorm dan ook. Een voorbeeld hiervan: Ik ben zelf jarenlang lid geweest van een patientenvereniging. Op een gegeven moment ben ik gestopt met naar bijeenkomsten te gaan. Het had er alle schijn van dat er een soort wedstrijd gaande was wie het meeste leed en het het moeilijkst had in het leven. Diegenen met het meeste leed stonden het hoogst in de pikorde. Alles wat aangedragen werd om het lijden te beeindigen werd per definitie gediskwalificeerd en als je het geluk had dat het beter met je ging werd er nauwelijks geinformeerd naar hoe je dat voor elkaar had gekregen, maar werd er vooral minzaam gereageerd, zo van ‘als het nu goed met jou gaat ben jij vast geen échte patient geweest’.

2. Lijden kan je een bepaald voordeel opleveren. Het kan zijn dat je aandacht krijgt doordat je lijdt. Dat mensen milder voor je zijn, dat je wat ontzien wordt of dat je minder verantwoordelijkheid hoeft te dragen omdat je lijdt en mensen misschien medelijden met je hebben. Dit wordt ook wel eens ziektewinst genoemd maar ik zou het lijdenswinst willen noemen omdat je ook winst uit het lijden kan halen als je niet ziek bent maar alleen maar psychisch lijdt.

3.  Het kan ook zijn dat je onderbewust van jezelf vindt dat je moet lijden. Of dat je het niet verdient om gelukkig te zijn en dat je tot nader order dient te lijden, misschien omdat je een bepaald gevoel van schuld met je meedraagt.

4. Systemische verstrikkingen. Als je uit een familie of systeem komt waarin veel mensen lijden, kan stoppen met lijden zorgen dat je je gevoel van onschuld verliest. Zo kan een vrouw die uit een systeem komt waarin de vrouwen in haar moeders lijn van herkomst al generaties lijden in relaties onbewust ook relaties uitkiezen waarin ze lijdt. Er zijn ook mensen die lijden zo van huis uit hebben meegekregen dat ze zelfs bang zijn om niet te lijden en gelukkig te zijn. Ze kunnen bang zijn dat als ze stoppen met lijden, het lot hen dan ongenadelijk afstraft en nog erger leed gaat veroorzaken. Dan maar beter het lijden behouden dat er nu is want dat is bekend. In vele religies is lijden gecultiveerd tot iets goeds en verhevens. Lijden zou een teken zijn dat je op de goede weg bent. Of hoe meer je lijdt, hoe verder je in je ontwikkeling bent.

Een zuiver of slecht geweten heeft zo goed als niets te maken met goed of kwaad; de ergste gruweldaden en onrechtvaardigheden worden met een zuiver geweten begaan. Wij voelen ons in een goede daad schuldig als die afwijkt van wat anderen van ons verwachten. Het geweten dat wij kennen als een gevoel van schuld of onschuld noemen wij het persoonlijke geweten […] Naast een persoonlijk geweten zijn wij ook onderworpen aan een systemisch geweten. Dit geweten kunnen wij niet horen of voelen, maar wij ervaren de gevolgen ervan in de beschadiging die van de ene aan de andere generatie wordt doorgegeven. Dit systemische geweten is werkzaam naast ons persoonlijke geweten, ook al weten wij dat niet. Er is ook een derde soort geweten dat ons de weg wijst naar een groter geheel. Om dit laatste geweten te volgen, dienen wij ons in te spannen, mogelijk zelfs een spirituele krachtsinspanning te leveren, want dit geweten scheurt ons los van de voorschriften van ons gezin, onze familie, onze godsdienst onze cultuur en onze persoonlijke identiteit. Uit: De verborgen dynamiek van familiebanden – Bert Hellinger

 6. Is er leven na het lijden?

Hoe ziet een leven zonder lijden er nu uit? Zijn er geen problemen meer? Zijn er geen negatieve emoties zoals boosheid, angst, wantrouwen of verdriet meer?

Het leven zonder lijden kan er precies hetzelfde uitzien als een leven met lijden. Er zijn nog steeds problemen, we ervaren nog steeds verdriet als we aan een overleden dierbare denken, we voelen nog steeds irritatie als we ontdekken dat onze partner het dopje wéér niet op de tandpasta heeft gedraait en we voelen nog steeds de arrousel als er een oude trigger op ons pad komt. Het grote verschil is dat we er niet meer reactief op reageren en er onder lijden. We lijden er niet onder omdat we onze eigen pijn en reacties opmerken, maar er geen weerstand tegen hebben.  We kunnen zijn met ‘dat wat is’. We merken het op en vinden er niks van. Of vinden er van alles van en merken dat dan weer op. Maar er is geen weerstand zo van ‘dit had niet zo mogen zijn’ of ‘dit moet anders’ en er is ook geen denken die zich geforceerd en krampachtig bezig houdt met strategieën om de realiteit zoals hij is te veranderen. Of die zich bezig houdt met anderen beschuldigen en diskwalificeren om eigen kwetsbaarheid te verhullen. Er is geen fixatie en geen verkramping. Als een rietstengel buig je mee in de wind.

De alien in onszelf

De laatste tijd kruisen er steeds meer mensen mijn pad die met hun buitenaardse delen bezig zijn. De eerste keer dat ik dat hoorde, een paar maanden geleden, moest ik mijn best doen om de persoon die daarover begon niet te diskwalificeren als iemand die een beetje doorgeschoten was in zijn ideeen. Ik weet immers dat alle ideeen die niet stroken met onze paradigma’s in eerste instantie veel weerstand ontmoeten en ik wil graag een open mind houden voor andere waarheden.

Dat onze persoonlijkheid uit verschillende subpersoonlijkheden bestaat, dat een mens zijn bewustzijn door een traumatische gebeurtenis gesplitst kan raken in een traumadeel en een overleefdeel, dat we ons ‘zelf’ kunnen splitsen in een hoger zelf en een lager zelf is voor mij bekend. Maar BUITENAARDSE delen?!?!

Ik besloot mij eens in de wereld van het buitenaardse te verdiepen.  De eerste vraag is natuurlijk of er buitenaards leven is. Eigenlijk ben ik daar voor mijzelf al over uit: de kans dat er buitenaards leven bestaat is erg aannemelijk. Dat schetste zelfs Morgan Freeman in de documentaire “Through the wormhole’ van Science Channel. En alle ufo-seightings op internet zullen echt niet allemaal nep zijn. Ik heb zelf ook wel eens lichten in de lucht gezien die op geen enkele manier te verklaren waren. Ruim 40 jaar geleden schreef Erich von Dänicken al ‘Waren de goden kosmonauten?” Het schijnt dat de aarde in het verre verleden bezoek uit de ruimte gehad heeft en dat deze kosmonauten verschillende culturen sterk beinvloed hebben. Er zijn nog sporen van lanceerplaatsen, er zijn afbeeldingen in grotten en op stenen tafels, er zijn mythen en sagen over deze ‘goden’, en hun afstammelingen, de halfgoden. Er zijn beschrijvingen in de bijbel, in de Mahabharata en in het Gilgamesh-epos en er zijn gebouwen of ruines, waarvan de bouw alleen maar mogelijk was als deze ‘primitieve culturen’ over andere hulpmiddelen dan alleen maar bijlen, hamers, touwen en mankracht beschikten.

Ik onderschrijf de aanname dat er waarschijnlijk buitenaards leven is. Als jij nog moeite hebt met die  aanname is het misschien interessant om eens naar het eerste gedeelte van de film “Thrive’ te kijken. https://www.youtube.com/watch?v=U25AtWcERko

Maar nu van buitenaardse beschavingen naar de buitenaardse delen in onszelf: bestaan die?

Twee dagen geleden verscheen er een bericht waarin stond dat de vraag of buitenaards leven bestaat wellicht in ons eigen lichaam te vinden is. Onderzoekers Vladimir Shcherbak van de Al-Farabi Universiteit in Kazachstan en Maxim Makoekov van het Astrofysisch Instituut Fesenkov, tevens in Kazachstan, stellen dat een intelligent signaal diep in onze genetische code een wiskundige en semantische boodschap moet zijn die niet kan worden verklaard aan de hand van Darwiniaanse evolutie. Ze spreken van ‘de biologische SETI (zoektocht naar buitenaardse intelligentie)’. In het tijdschrift Icarus schrijft het tweetal: “De genetische code lijkt enkele miljarden geleden al buiten het zonnestelsel te zijn uitgevonden.” Deze uitspraak ondersteunt de hypothese van panspermie, die inhoudt dat het leven verspreid in het heelal voorkomt en dat het leven op aarde niet op de aarde zelf is ontstaan. Shcherbak en Makoekov kunnen niet uitsluiten dat de genetische code bewust is gecreëerd. Ze zeggen aan de hand van wetenschappelijk onderzoek te kunnen vaststellen of een intelligent ‘signaal’ aan de code is toegevoegd. De genetische code kan gedurende zeer lange tijd onveranderd blijven en is de meest duurzame constructie die er bestaat. De code vormt daardoor een uitzonderlijk betrouwbare opslagplaats voor een intelligente signatuur, een soort ‘merkteken’ zo u wilt. Wanneer het genoom herschreven is, door bijvoorbeeld een buitenaardse beschaving, blijft de nieuwe code met het merkteken in de cellen bestaan, ongeacht hoe vaak de cel zich deelt of hoe ver de cel door het heelal wordt verspreid (bron: niburu.nl)

Het idee van buitenaards DNA is niet nieuw. Gisteren kreeg ik van iemand een lichtmetalen bol in mijn handen die een Octium orb genoemd wordt. Het doel van de Octium Orbs is volgens de maker het opnieuw coderen van ons DNA-materiaal. Binnen ons DNA bevinden zich ook DNA gerelateerde structuren, zoals buitenaards DNA (onder andere reptielenenergie), codexeringen die buitenregionaal worden beïnvloed, van niet-aardse oorsprong. Ik moet toegeven dat het vasthouden van de octium orb een aparte sensatie gaf.

Als je je op internet verdiept in buitenaards leven IN onszelf of onder ons, dan zijn er veel theorieen. Iemand wees mij op de site van Akemi Gaines. Zij heeft een hele serie geschreven over Starseeds oftwel sterrenzaden. Ómdat ik starseed een mooier woord vind dan sterrenzaden, houd ik de term ‘starseed’ aan.

Akemi zegt dat zielen kunnen worden gecategoriseerd in twee groepen, afhankelijk van hun afkomst. Je hebt zielen die hier op aarde zijn ontstaan en zielen die van origine van andere sterrenstelsels/planeten afkomstig zijn. Ze schrijft: “This is a soul level issue. Being starseed does NOT mean an alien came down and impregnated your mother. On the physical level, you are the product of your biological parents. On the soul level, you have your own history”.

Afhankelijk van het sterrenstelsel waar de ziel vandaan komt kunnen kunnen de starseeds ingedeeld worden in specifieke groepen, die ook wel zielenfamilies genoemd worden. De starseeds die Akemi op haar site onderscheid (maar er zijn er nog meer) zijn:

Op de site van Akemi komen alle starseeds en hun herkomst en kenmerken uitgebreid aan de orde, zie http://reallifespirituality.com/category/soul/starseeds/

Ik besloot de proef op de som te nemen en te gaan onderzoeken van welke planeet ik zou kunnen komen; iets wat op zich geen vreemde vraag is want de vraag ‘ik weet niet van welke planeet JIJ komt’, is mij wel eens voor mijn voeten geworpen. En af en toe heb ik ook wel eens het idee dat ik van een andere planeet kom als ik op een zaterdagmiddag in een drukke winkelstraat loop of alle ellende op het journaal zie.

Het lezen van alle starseeds vond ik een interessante bezigheid en het heeft mij een leuke zaterdagmiddag opgeleverd. Het was alsof oude tijden van Viva-quizjes van ‘doe de test welke type jij bent’ herleefde. En natuurlijk herkende ik niet alleen mijzelf, maar ook mijn kinderen, familieleden,vrienden en bekenden.

De hamvraag blijft of het waar is. Het antwoord is dat ik het niet weet. Ik ‘sense’ wel dat er een mogelijkheid is dat Akemi met haar starseedsserie een vingerwijzing naar een grotere en ruimere waarheid maakt. Mocht het waar zijn, dan denk ik dat mensen meer begrip en compassie zullen hebben voor elkaars tekortkomingen, gektes en onhebbelijkheden en dat mensen minder snel in de valkuil zullen stappen om iets te willen zijn of worden wat ze in essentie niet zijn. Ik denk dat het de wereld een stukje mooier zou kunnen maken, dus laten we HOPEN dat het waar is.

Niet alleen tegenwoordig zijn er mensen die geloven dat onze ziel een andere dan aardse oorsprong kan hebben. In het boek ‘esoterische psychologie, deel 2’ van Alice Bailey dat al in 1942 voor het eerst is uitgegeven,  kom ik tegen dat de aardse mensheid in vijf zielengroepen is in te delen, te weten:  1. Lemurische zielen (onze echte Aardse mensheid), 2. zielen die inkwamen op Atlantis 3. maanketen zielen, 4. zielen van andere planeten, 5. zeldzame en vergevorderde zielen die op incarnatie wachten.

Nu de vraag aan jou: waar kom jij vandaan?

Mocht dit onderwerp je interesse hebben, kijk dan ook eens op de site van Janosh http://www.janosh.com/

Groetjes van een Arcturian 😉

Hoe vrij is onze vrije wil?

Vrije wil schijnt niet te bestaan. Wij hebben de illusie dat we een vrije wil hebben, maar het blijkt dat de hersenen al bepaald gedrag registreren vóórdat jij als persoon een bewuste keuze tot dat gedrag maakt.

Klinkt dit absurd??  Helaas is het veel minder absurd dan het lijkt en is bovengenoemde stelling gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, o.a. van Benjamin Libet.  Hij sloot proefpersonen aan op een EEG apparaat en ze moesten aangeven wanneer ze de beslissing namen om met hun vinger te bewegen om op een knop te drukken. Wat bleek: de EEG gaf een paar honderd milliseconden vóórdat de proefpersoon de bewuste beslissing nam, al een teken dat er een beweging in gang gezet ging worden. Er wordt dus een bewuste beslissing genomen, een paar honderd milliseconde er onbewuste al een impuls was voor bepaald gedrag.

Afbeelding

Afbeelding

Op youtube is dit experiment herhaald en te zien: https://www.youtube.com/watch?v=IQ4nwTTmcgs

Het experiment lijkt de non-duale zienswijze te ondersteunen dat er niemand is die doet maar dat je gedaan wordt. En dat de illusiore persoonlijkheid vervolgens de auteursechten claimt en beweert de beslissing te hebben genomen. In feite zijn wij dus niks anders dan bomen en dieren: een boom groeit en hoeft daar geen enkele moeite voor te doen. En een leeuw hoeft geen enkele moeite te doen om te ‘leeuwen’. Maar wij hebben een neocortex en hebben de mogelijkheid te denken dat wij gekozen hebben om te doen wat wij doen.

Maar heb ik nu wel of geen vrije wil? Om dat te onderzoeken begin ik bij mijn eigen ervaringen in het hier-en-nu. Als ik een vrije wil heb, waarom doe ik dan wel eens dingen die ik niet wil doen, bijvoorbeeld schreeuwen als ik boos ben, en doe ik dingen niet die ik wel wil doen, zoals mijn administratie op orde houden? Het lijkt erop dat het leven zich door mijn verschijningsvorm heen leeft en dat er gewoon gebeurt wat er gebeurt.

Ik maakt ooit een satsang mee van de Nederlandse Advaitaleraar Jan van Rossum. Het onderwerp Vrije Wil kwam ook hier ter sprake. Hij zei “stel dat je kan kiezen voor chocolade of vanille-ijs, en je kiest voor chocolode ijs, dan zeg jij dat je hebt gekozen voor chocolade-ijs. Maar je keuze is niet anders dan gebaseerd op wat op dat moment je sterkste impuls was. Maar je denken maakt ervan ‘ik vind chocolade-ijs het lekkerst en daarom kies ik voor chocolode-ijs’.  Maar waar die sterkste impuls vandaan komt en hoe dat precies werkt, daar is geen conceptuele grip op te krijgen”.

Als ik nu zelf een poging doe om te verklaren waar mijn sterkste impuls vandaan komt, kom ik uit bij zaken als programmering en erfelijkheid en dan blijkt vrije wil ook weer ver te zoeken. Kijk maar eens naar dit filmpje https://www.youtube.com/watch?v=KK9omlKft4M

Een andere advaitaleraar, Jan van Delden, verwoord het dilemma van vrije wil als volgt. Een haai zwemt in de zee, en wordt omringt door loodsvisjes. Elke keer als de haai naar links zwemt roepen de visjes ‘kijk eens hoe goed ik de haai naar links laat zwemmen!”. Denken dat wij de auteur zijn van onze beslissingen, is als de loodsvisjes die denken dat zij bepalen welke richting de haai op zwemt. https://www.youtube.com/watch?v=rN5RqiOrCdM

Afbeeldingsresultaat voor free will illusion

Geen vrije wil hebben lijkt op het eerste oog iets vreselijks. Het lijkt dan of we worden gereduceerd tot een soort zielloze machines. Maar als je het nader bekijkt dan is het een enorme bevrijding om schijnbaar geen vrije wil te hebben. Want wat hebben we het toch druk de hele dag met nadenken over de al die keuzes die we moeten maken. En met ons te schamen en schuldig te voelen als we niet de juiste keuzes hebben gemaakt. Als je weet dat je gewoon gedaan wordt en altijd op het juiste moment doet wat gedaan moet worden dan wordt het leven een stuk simpeler. Dan hoef je je niet schuldig te voelen als je naar de film bent gegaan terwijl je je eigenlijk had voorgenomen om je administratie te doen. Want het is heel simpel: dat wat je nu doet is wat nu gedaan wil worden.

Worden wij daarin gereduceerd door zielloze machines? Misschien juist wel helemaal niet! Een hele bekende uitspraak van Jezus is ‘niet mijn wil maar uw wil geschiedde’. Misschien wist Jezus allang dat ons ‘ik’ een illusie is en dat ons body-mindsysteem een instrument is waar de schepper of onze ziel doorheen kan werken. Wij willen niet; wij worden gewild. Wij doen niet: wij worden gedaan. Vanuit deze visie is het ineens wel heel mooi om geen vrije wil te hebben en ons helemaal over te geven aan dat wat gewild en gedaan wil worden.

Blijkbaar is er tóch iets van een willen, alleen vindt dat ‘willen’ op een ander niveau plaats dan wij denken. Het vindt niet plaats op het niveau van onze persoonlijkheid en ons ego, dat  volgens de advaitaleer een constructie is van het denken. Het willen vind plaats op het gebied van de ziel, ons Hoger Zelf of hoe je het ook wilt noemen.

Om de bevrijding van onze mogelijk illusoire vrije wil eens te ervaren stel ik voor dat je eens een dag lang niks plant maar op de eerste rij gaat zitten bij wat er door jou heen gedaan en gewild gaat worden. Gaat er dan niet van alles mis als je het plannen en je schijnbare eigen wil los laat? Nee hoor: je zal juist zien dat er niks mis gaat maar dat het leven veel meer verassing en veel minder weerstand en lijden inhoudt. En als er dan toch vanuit het niets, moeiteloos en zonder kramp gepland wordt, dan is dat blijkbaar wat gedaan wil worden.

Het onderwerp vrije wil is erg interessant om zelf eens aan een nader onderzoek te onderwerpen.

Interessante filmpjes over vrije wil:

https://www.youtube.com/watch?v=_FanhvXO9Pk Sam Harris on Free Will

https://www.youtube.com/watch?v=2_MlWUj5spg nog meer Sam Harris over vrije wil

https://www.youtube.com/watch?v=2_MlWUj5spg Jiddu Krishnamurti over vrije wil

https://www.youtube.com/watch?v=b_Zr-Q2rXNU  Professor Victor Lamme over Vrije wil

https://www.youtube.com/watch?v=e7iazJ5yMa0

Tobben en piekeren zijn schadelijk en vergiftigen ons lichaam

Stelling: Tobben en piekeren zorgen voor stress, vergiftigen het lichaam en ondermijnen de gezondheid.

DEEL 1: Hoe onze gedachten een rechtstreekse uitwerking hebben op onze          fysieke gezondheid

Onze gedachten hebben een rechtstreekse uitwerking op onze fysieke gesteldheid en onze gezondheid. Hoe kan dat?

Onze zintuigen (zien, voelen, proeven, horen, ruiken) zijn de toegangspoorten tot de hersenen. Als er een prikkel van buitenaf is ontstaat er via de poorten van de zintuigen een trilling. Die trillingen zorgen ervoor dat er een electrische ontlading plaatsvindt in de kern van een zenuwcel in de hersenen (neuron). Door die electrische ontlading komen er stofjes vrij, neurotransmitters. Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat de electrische stroom van de ene hersencel aan de andere wordt doorgegeven en tegelijkertijd geven ze allemaal informatie door aan het lichaam. Aangekomen op de juiste plek in de hersenen worden deze electrische stroompjes omgezet in plaatjes: geluidsplaatjes, beeldplaatjes, geurplaatjes, gevoelsplaatjes en smaakplaatjes. Dit is het materiaal waarmee de hersenen kunnen ‘rekenen’. Samengevat kun je zeggen dat gebeurtenissen in de wereld biochemische en bio-electrische effecten in het lichaam teweeg brengen en dat ons zenuwstelsel die effecten vervolgens organiseert in zintuigelijke indrukken. De conclusie die je hieruit kan trekken is dat er een wereld buiten ons is, maar dat we de werkelijke eigenschappen van die wereld zullen we nooit kennen (Korzybski). Zelfs onze onmiddelijke zintuigelijke indrukken zijn dus al geen natuurgetrouwe afspiegeling meer van de wereld, maar een product van ons zenuwstelsel!!!

Niet alleen zintuigelijke prikkels kunnen processen in de hersenen van start laten gaan: ook het denken kan dat. De hersenen kunnen echter geen onderscheid maken tussen een gedachte en een zintuigelijke prikkel: het effect op het lichaam is hetzelfde. Dit heeft te maken met dat gedachten ook electrische impulsen zijn die over dezelfde neurale netwerken gaan als de electrische stroompjes afkomstig van zintuigelijke prikkels. Het gevolg is dat de beeldplaatjes en geluidsplaatjes die de hersenen aangereikt krijgen via zintuigelijke prikkels, hetzelfde zijn als die bij gedachten. Om te checken of dit klopt hoef je alleen maar het volgende experiment te doen. Denk eens aan een sappige citroen: zie voor je geestesoog een citroen en neem daar in gedachten eens een hap van: proef het zure sap en voel hoe het overtollige sap langs je vingers naar beneden druipt. Je zal merken dat je speekselklieren gelijk beginnen te werken. En ander voorbeeld: mannen kunnen een erectie krijgen alleen al door de gedachte aan een aantrekkelijke vrouw!

De hypofyse is de plek in de hersenen waar informatie uit de buitenwereld (zintuigelijke prikkels) en binnenwereld (gedachten) wordt omgezet in biochemie. Immers, het lichaam moet voor zijn overleving telkens in staat zijn adequaat te reageren op de omgeving. Staat er ineens een tijger voor je neus, dan moet je kunnen vechten of vluchten en wordt er adrenaline aangemaakt. Huilt je hongerige baby, dan moet er voldoende oxytocine worden aangemaakt zodat je de aandrang voelt contact te maken met je baby en hem de borst te geven.

Wij zijn geneigd te denken dat de hoeveelheid stress die een mens heeft in relatie staat met de hoeveelheid dingen die hij op een dag meemaakt of te doen heeft. Maar het blijkt dat mensen die weinig tot niks te doen hebben minstens net zoveel stress kunnen hebben als mensen die de hele dag actief zijn. Sterker nog: mensen die de hele dag niks doen hebben misschien nog wel meer fysieke stress omdat er geen fysieke actie is die de spiegels van de stresshormonen naar beneden kunnen halen; er is geen fysieke actie die de adrenaline kan verbranden!

Een spreekwoord is ‘geluk is met de dommen’ en daar zit een kern van waarheid in: hoe slimmer de mens, hoe actiever het denken en hoe meer de neiging om te tobben en te piekeren. Heb je een spannend gesprek zoals een sollicitatiegesprek, dan is er een grote kans dat het gesprek al minstens 50 keer heeft plaatsgevonden in je hoofd voordat je überhaupt het gesprek hebt. En dus 50 keer worden er stresshormonen waaronder adrenaline aangemaakt alsof het gesprek daadwerkelijk plaatsvind.

Hoe hoge spiegels aan stresshormonen ons lichaam vergiftigen en onze gezondheid ondermijnen

Hoge spiegels aan stresshormonen vergiftigen een mens, ondermijnen zijn gezondheid en hebben schadelijke gevolgen. Hieronder een paar voorbeelden:

Adrenaline is een stof die ervoor zorgt dat de werking van het immuunssysteem tijdelijk onderdrukt wordt. Als je moet vechten tegen een tijger, dan vindt het lichaam het ‘vechten tegen een bacterie’ eventjes totaal onbelangrijk. Als die tijger jou straks doodt, dan is die bacterie er tenslotte ook geweest… Adrenaline remt ook de spijsvertering: het verteren van bijvoorbeeld een broodje kaas is een luxe waar het lichaam geen energie in wil steken omdat het ervanuit gaat dat jij straks ‘het broodje kaas’ voor die tijger te kunnen worden! Adrenaline remt ook de behoefte aan slaap.

Adrenaline die niet gebruikt wordt is een dusdanig gevaarlijke stof voor het lichaam dat het lichaam cortisol aan gaat maken om de schadelijke effecten van de adrenaline ongedaan te maken. Maar een langdurig hoog gehalte aan cortisol zorgt voor het verschrompelen van de hippocampus, een deel in de hersenen dat belangrijk is voor het geheugen en de concentratie. Een kenmerkend symptoom van stress is dan ook vergeetachtigheid. Als er te lange tijd veel cortisol aangemaakt moet worden om de schadelijke effecten van de adrenaline te neutraliseren, dan kunnen de bijnieren uitgeput raken. Het gevolg daarvan is dat er juist een te laag cortisolgehalte ontstaat waardoor mensen extra gevoelig raken voor stress. Omdat cortisol ook nodig is voor het functioneren van de schildklierhormonen kan een uitputting van de bijnieren ook leiden tot spierzwakte, gevoeligheid voor koude en andere klachten die horen bij hypothyreoïdie (te lage schildklierfunctie).

De stresshormonen adrenaline en cortisol verhogen de bloedsuikerspiegel, om veel energie te creëren om te kunnen vechten of vluchten als er een tijger is die jou wil aanvallen. De meeste mensen verrichten echter geen enkele noemenswaardige fysieke actie bij stress voor een examen, een sollicitatiegesprek of ongewenst bezoek. Insuline is het hormoon, wat ervoor zorgt dat bloedsuiker omgezet kan worden in energie, die nodig is bij vechten of vluchten; door verbranding van suiker in de cellen ontstaat energie. Deze verbranding zorgt er ook voor dat de bloedsuikerspiegel weer naar normale waarden wordt teruggebracht. Als je niet gaat vechten of vluchten bij stress moet de bloedsuiker op een enigszins geforceerde manier terug worden gebracht naar normale waarden. Als er vaak stress optreedt zonder dat je intensief gaat bewegen vlak na de stress, gaat deze regulering moeizamer. Door langdurige stress kunnen mensen gevoeliger worden voor bloedsuikerspiegelaandoeningen zoals hypoglycemie en diabetes.

Bij stress worden er in eerste instantie lichaamseigen pijnstillers aangemaakt (endorfinen), om een eventuele wond te kunnen negeren als je gewond raakt bij het vechten of vluchten voor je leven. Maar bij langduriger stress zal er uitputting ontstaan, waardoor er juist minder endorfinen worden aangemaakt wat kan leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor pijn.

Tobben en piekeren verstoren de slaap en de regeneratie van het lichaam

Niet zelden zeggen mensen ten tijde van een stressvolle periode ‘Ik heb er slapeloze nachten van’. Als je aan het tobben en piekeren bent, probeer dan de slaap maar eens te vatten; dat zal alleen met de grootste moeite komen. Hoe komt dat? Als je in gedachten met dat spannende gesprek bezig bent terwijl je in bed ligt, krijgen je hersenen telkens de signalen dat je in een spannend gesprek zit, in plaats van dat je in bed ligt; die informatie is ondergeschikt aan de informatie dat je in een spannende gesprek zit omdat daar al je aandacht naartoe gaat.  Hierdoor blijf je je sympatische zenuwstelsel, het deel van het zenuwstelsel dat ervoor zorgt dat je lichaam in een staat van paraatheid komt, actief en zit het bloed vol met adrenaline waar het niks mee kan. Omdat je in bed ligt is er ook geen actie waardoor de adrenaline verbrand kan worden. Het duurt daarom heel lang voordat het parasympatische zenuwstelsel, dat deel van het zenuwstelsel dat verantwoordelijk is voor rust en regeneratie en wat actief dient te worden tegen de tijd dat je gaat slapen, het roer weer over kan nemen en je in slaap valt. Vaak heb je na tobben en piekeren een onrustige slaap en wordt je de volgende ochtend niet uitgerust wakker. Je lichaam heeft tenslotte nog steeds een hoge spiegel aan stresshormonen en heeft te weinig kunnen rusten en regeneren. Op langere duur zorgt dit voor gezondheidsproblemen.

Masuru Emoto en het effect van gedachten op je lichaam

Masuru Emoto is een Japanse wetenschapper die het effect van intenties op water heeft onderzocht. Water is het meest beïnvloedbare element. Masuru Emoto heeft waterkristallen gefotografeerd en daarna bloot gesteld aan woorden, emoties, muziek, gedachten en teksten. Daarna heeft hij de waterkristallen van hetzelfde water opnieuw gefotografeerd. Wat blijkt: positieve gevoelens, woorden en gedachten zorgen voor het ontstaan van mooie waterkristallen en negatieve gevoelens, woorden en gedachten zorgen voor lelijke waterkristallen. Ons lichaam bestaat echter ook voor minstens 70% uit water dus als gedachten en intenties al zo een invloed kunnen hebben op ijskristallen, wat voor een invloed hebben gedachten dan op ons lichaam?

masuru emoto joy

DEEL 2: Jezelf verlossen van tobben en piekeren

Hoe verlos je jezelf van tobben en piekeren? Je bent pas in staat jezelf van tobben en piekeren te verlossen als je echt de noodzaak inziet dat het van essentieel belang voor je gezondheid en welbevinden is dat je jezelf verlost van tobben en piekeren. Pas dan zul je alles eraan doen om ervan verlost te raken. Het begint dus met inzicht.

Inzicht 1: over het thuisbrengen van de geest

Het is een mythe dat je jezelf alleen verlost van tobben en piekeren door aan de slag te gaan met de inhoud van je gedachten. Dus door je problemen op te lossen en in therapie te gaan. Therapie kan nodig zijn om de inhoud van de harde schijf van je computer eens flink op te schonen, bestanden in de juiste mapjes te zetten (dus geen muziek bij de afbeeldingen) en andere bestanden in de prullenbak te gooien. Therapie verlost je niet van tobben en piekeren: het kan wel je leven een stuk rustiger maken doordat je computer meer de juiste data tot zijn beschikking heeft en de grootste virussen en spyware zijn opgeruimd. Hierdoor wordt er minder snel alarm geslagen en kom je minder snel in de problemen door inadequate reacties en gedragingen. En daardoor kan er meer ruimte ontstaan om datgene te doen wat je wel verlost van tobben en piekeren: het thuisbrengen van de geest. Dit is een boeddhistische uitdrukking wat inhoudt dat je je denken kalmeert. Bij het thuisbrengen van de geest ga je je niet bezig houden met de inhoud van je denken, maar met de vorm en de aard van het denken. Je gaat de gekte van de machinerie onder ogen zien en jezelf daarvan leren te distantiëren.

 Inzicht 2: het denken is van nature als een slingeraap

 Het denken is van nature als een slingeraap: het associeert alles aan elkaar vast en springt van de hak op de tak. Het is niet in staat zijn aandacht lang op één ding gericht te houden en het kan al helemaal niets met ‘niets’. Ga maar eens op de bank zitten en doe maar eens niks. Merk de grijperigheid van je geest op: het is aan het zoeken, wil prikkels en iets te doen hebben: bellen, lezen, tv kijken, nadenken over een probleem etc. Als je niet doorhebt dat het denken zo werkt ben je een slaaf van je eigen denken en is het onmogelijk echt tot rust te komen. Een thuisgebrachte geest is een verstilt denken. Het is een denken dat rustig is en dat gemakkelijk kan focussen en de aandacht vast kan houden. Er is niet alleen sprake van concentratie (aandacht op één punt richten) maar ook van gewaarzijn (wijde focus). Je kunt het denken alleen maar thuisbrengen door oefening en inzicht. Dé methode om dit te bereiken is meditatie.

Wat maakt dat ons denken als een slingeraap is?  Wij mensen hebben een miljoenen jaren evolutie achter de rug voordat we zijn geworden wie we nu zijn. Patronen die belangrijk zijn voor onze overleving hebben we via  overerving doorgekregen. De meest basale drijfveer van een mens en dier is het streven naar genot en het vermijden van pijn. Eén van de taken van onze hersenen is ervoor te zorgen dat wij niet op de eerste de beste straathoek worden opgevreten door een tijger.

Wat genot oplevert en wat pijn, dat leren de hersenen door middel van ervaringen: worden we beloont of worden we gestraft? De informatie wat pijn oplevert en wat genot wordt opgeslagen in onze hersenen: in het geheugen. Het geheugen is de machinerie die ervoor zorgt dat de reacties van het body-mindsysteem goed afgestemd zijn op de externe omgeving.

Inzicht 3: het denken is altijd doelen aan het nastreven om pijn te vermijden en genot na te streven.

Het vermijden van pijn en het streven naar genot houdt ons denken flink bezig. In onze huidige maatschappij hoeft ons denken niet meer de hele dag bezig te zijn met overleven door tijgers te ontlopen en te zoeken naar voedsel en een veilige plek om te slapen.  De wereld is verandert sinds de oertijd, maar de aard van de geest niet: het is nog steeds altijd op zoek. Ons denken is altijd op zoek: op zoek naar hoe het nog beter en fijner kan. En zo ontstaan doelen. Als ik dit of als ik dat heb bereikt of gedaan dan…..kan ik eindelijk genieten, kan ik eindelijk uitrusten, ben ik eindelijk gelukkig, zullen mijn ouders eindelijk eens zien wie ik écht ben etc etc.

En dus zet je jezelf in om het ene doel na het andere doel te bereiken met de gedachte dat als het doel bereikt is dat je dan…..gelukkig bent, vrede hebt, rust hebt, kunt genieten etc etc. Maar het is als een wortel aan een stok die je voor een ezel houdt: de ezel loopt achter de wortel aan maar zal de wortel nooit te pakken krijgen. Met het behalen van doelen is het net zo:  dat wat het behalen van een doel je op zou leveren is nooit van lange duur. Heel even kun je genieten, ben je gelukkig en zien je ouders je staan. Maar deze status quo is binnen no time de normale gang van zaken en dan komt het denken weer met een ander doel dat behaald moet worden. Dat is nou eenmaal de aard van het denken: het denken is altijd bezig, altijd op zoek!

Inzicht 4: je kunt het denken niet uitzetten: het is altijd bezig

Het denken is altijd bezig: het denken kun je niet uitzetten. Gedachten komen en gaan. Want neuronen in de hersenen blijven altijd vuren en associeren: daar hoef jij helemaal niks voor te doen. Je hebt in feite net zo weinig te maken met de gedachten die in je bewustzijn verschijnen als met het verteren van je voedsel: het is een mechanisme.

Inzicht 5: de hersenen zijn meaning making machines

Je kunt je hersenen zien als een computer: het rekent met de data die er van tevoren zijn ingevoerd: zonder data geen berekeningen. De data waar jouw computer mee rekent zijn alle ervaringen, gedachten en gevoelens uit jouw leven. Op het moment dat je iets meemaakt gaan je hersenen razendsnel aan de slag om de informatie te vergelijken met eerder opgeslagen informatie om razendsnel een betekenis te kunnen geven aan wat je meemaakt (gevaar, geen gevaar, genot, pijn etc) zodat je wanneer het nodig is gelijk de passende reactie hebt. Het geheugen is dus de machinerie die ervoor zorgt dat de reacties van het body-mindsysteem goed afgestemd zijn op de externe omgeving. Betekenis geven aan dat wij meemaken  is essentieel voor onze overleving. De betekenis die aan een ervaring wordt gegeven is zeer subjectief en in lijn met de ervaringen en betekenissen die er al zijn opgeslagen in je hersenen. Ben je ooit gebeten door een hond en heb je van te voren of achteraf niet voldoende ervaringen opgedaan met lieve honden, dan zul je voor de rest van je leven honden associeren met gevaar. Ben je als kind ooit ontzettend uitgelachen en gepest toen je een rode jas aanhad, dan is er een kans dat je voor de rest van je leven de kleur rood associeert met gevaar. What fires together wires together. Ervaringen zijn per definitie betekenisloos en kunnen je niet overstuur, boos of teleurgesteld maken: het zijn betekenissen die je aan de ervaring geeft die dat doen.

 Inzicht 6: Ons intellect is beperkt en niet in staat een realistische weergave van de werkelijkheid te geven

In onze westerse samenleving wordt het ontwikkelen van ons denken, ons intellect, als heel belangrijk gezien; misschien wel als één van de belangrijkste dingen die je als mens kan ontwikkelen. Er is dan ook een enorm hoge waardering voor het ontwikkelen van ons intellect: ons schoolsysteem is volledig voor dat doel ingericht. Eén van de eerste hokjes waar je als mens in wordt ingedeeld is het hokje of je slim bent en een goede leerling of dat je niet zo slim bent en een slechte leerling. Het grootste deel van je jeugd is dat één van de belangrijkste meetlatten waar je als mens langs wordt gelegd. En als je eenmaal een baan gaat zoeken blijft die meetlat van het intellect je achtervolgen, want de financiële beloning voor arbeid is mede gebaseerd op de mate waarin het intellect ontwikkeld moet zijn en de mate waarin je voor het werk kennis hebt moeten vergaren. Een hele belangrijke filosoof, Descartes, zei in de 16e eeuw al ‘ik denk dus ik besta’. Zijn manier om naar de waarheid te zoeken was de methodische twijfel: door systematisch aan alles te twijfelen. Ook de wetenschap is een ‘tak van sport’ waarin alleen datgene erkent wordt wat door het denken verklaard, onderscheiden en geanalyseerd kan worden: ‘meten is weten’.

Door de nadruk in onze samenleving op (de ontwikkeling van) het intellect en doordat waarheidsbevinding en denken zo aan elkaar gekoppeld zijn geraakt, weten de meeste mensen niet beter dan dat het denken hét instrument is dat ons tot de waarheid kan leiden en dat dat hét instrument is waarmee we onszelf uit de problemen kunnen halen, of waarmee wij problemen kunnen voorkomen.

Vandaar ook dat de meeste mensen zodra ze tegen een probleem aanlopen in het leven hun denken overuren laten draaien om de oplossing te bedenken. En dat mensen als ze iets met hun denken niet kunnen bevatten of waar de wetenschap geen antwoord op kan vinden als ‘onwaar’ of ‘onzin’ afdoen.

Wat mensen zich niet realiseren, is dat ons intellect beperkt is.

Het deel van ons denken dat wij het intellect noemen, is niet anders dan een machientje, een soort computer die patronen zoekt en maakt en die berekeningen kan maken. Het is een machientje dat tot kennis komt, door ‘dit’ van ‘dat’ te onderscheiden en het hakt de werkelijkheid als het ware in stukjes. Iets is ‘dit’ en dus niet ‘dat’. Iets is donker óf licht, warm óf koud, aardig óf stom, goed óf fout. Dit wordt dualiteit genoemd. Op deze manier kan de werkelijkheid geanalyseerd en gecategoriseerd worden en voor ons begrijpelijk worden gemaakt. Maar bij het reduceren van data tot hapklare brokjes vinden vervormingen en weglatingen plaats. Zo is voor het denken 2 + 2 altijd 4, maar van realistisch standpunt is dat niet altijd zo. Twee koeien en twee microben zijn niet echt met elkaar te vergelijken. Als je een veld met 4 koeien neemt en je vraagt hoeveel dieren er in het veld staan, dan zeg je waarschijnlijk 4. Maar in realiteit zijn het er veel meer: er zijn ook mieren, wormen, torren, microben, bacteriën etc. Maar deze laat het denken weg omdat het met zoveel niet te ‘grijpen’ data niet kan rekenen.

Via het intellect kun je het leven nooit volledig begrijpen omdat alle onlogischheid buiten beschouwing wordt gelaten! De mens en de natuur zijn niet logisch: het enige dat logisch is is het intellect!

De werkelijkheid is veel breder en rijker, dan wij met ons denken kunnen bevatten. De werkelijkheid sluit alles in: iets kan goed én slecht zijn, lelijk én mooi, koud én warm. Maar ons denken kan hier niks mee, want met iets dat ‘dit’ én ‘dat’ is kan het niet rekenen.

Ons denken is een prima instrument om praktische, logische problemen mee op te lossen zoals via welke route kom in het snelst in Amsterdam  of waar ik het goedkoopst boodschappen kan doen als ik deze twee reclamefolders met elkaar vergelijk.

Maar pas je datzelfde logisch denken toe op emotionele kwesties, menselijk gedrag en de natuur, dan sla je al heel snel de plank mis want emoties, mensen, het leven en de natuur zijn niet logisch. Het enige logische is het denken! Je hoeft alleen maar te kijken hoe vaak de weerman er naast zit ondanks zijn zeer geavanceerde modellen die precies het verloop van het weer kunnen berekenen en waarin statistieken ook mee zijn genomen. Dan ineens blijkt de wind zomaar van richting veranderd te zijn…..

Ook is het zo dat je denken alleen maar kan rekenen met de data die het heeft, die het ooit via ervaring en het opdoen van kennis tot zich heeft genomen. Kennis verzameld door de zintuigen, opgeslagen als herinneringen en doorberekend en verwerkt door het intellect, kan nooit omvangrijk genoeg zijn om de werkelijkheid te bevatten. Jouw kennis en je ervaringen zijn per definitie beperkt. Want hoeveel informatie je ook vergaard in één gebied, je zal altijd onwetend blijven op andere gebieden waar je je aandacht niet op richt of waar je nooit aan blootgesteld bent geweest. Daarnaast is het zo dat er altijd sprake is van 3 categorieen informatie: dat waarvan je weet dat je het weet, dat waarvan je weet dat je het niet weet en dat waarvan je niet weet dat je het niet weet. Deze laatste twee categorie nemen de hersenen nooit mee in hun berekeningen terwijl ze wel van invloed zijn.

Alleen als je alle levens van alle mensen geleefd zou hebben en alle kennis die er in de wereld beschikbaar is zou bezitten, zou je misschien in staat zijn een redelijke adequate berekening te maken. Maar omdat dat nooit zal gebeuren zullen je berekeningen en verklaringen altijd mank gaan omdat je informatie mist. Een voorbeeld: Stel jij woont in een wereld waar iedereen goed is en je hebt alleen maar positieve ervaringen met en je hebt ook nog nooit een boek gelezen of een film gezien waarin mensen ook slecht in kunnen zijn. Je bent bakker en ineens is er een brood uit jouw winkel verdwenen. Jij zal dan de situatie verklaren vanuit jouw ervaringen en kennis. Je zal denken dat het brood is kwijtgeraakt of dat het door een groep muizen is opgegeten, of dat iemand het brood heeft meegenomen toen de jij op het toilet zat, maar dat die persoon straks nog terug zal komen om te betalen. De mogelijkheid dat iemand het brood gestolen kan hebben komt niet in je op omdat die mogelijkheid niet in je ervaring en kennis zit en dus niet behoort tot data waarmee gerekend kan worden.

Met ons denken kunnen we de werkelijkheid voor ons zelf overzichtelijk en begrijpelijk maken, maar met ons denken kunnen we geen waarlijk contact maken met de werkelijkheid. Je kunt een driedimensionale wereld niet met een tweedimensionaal denken bevatten!

Met het denken de werkelijkheid willen bevatten is als de essentie van een bloem willen leren kennen door haar te analyseren door de blaadjes eruit te trekken. Je weet dan misschien hoe een bloem eruit ziet en hoeveel blaadjes eraan hebben gezeten, maar de essentie van de bloem is in de analyse verloren gegaan.

De werkelijkheid is per definitie veel breder en rijker dan je denken kan bevatten. Het enige dat de werkelijkheid in zijn volledige volheid kan bevatten is bewustzijn. Bewustzijn is waarnemen zonder oordeel. Bewustzijn sluit niks uit (zoals het denken wel doet), maar sluit alles in. In bewustzijn kan iets én goed én slecht zijn, kan iets mooi én lelijk zijn.

De uiteindelijke werkelijkheid van de fysieke wereld zal nooit ontdekt kunnen worden door het intellect van de mens. Het intellect kan geen contact maken met de realiteit: alleen de fabricaten van het eigen denken zijn door het intellect te onderzoeken. Zo wordt de eigen fantasie onderzocht, gemeten en geweten en – uiteraard- wordt bevestiging gevonden. `Dit (mijn gekte) is waar…` De realiteit kan alleen ervaren worden in het ´hier en nu´. Zo een directe objectieve bewuste ervaring kan alleen opgedaan worden door een enkele totale waarneming waarbij alle zintuigen betrokken zijn. Zo een ´duik in de oceaan van de totale ervaring`  is iets totaal anders dan de werking van het intellect. Zulk ervaren is voor het intellect niet mogelijk.

Het denken kan de wereld niet zien zoals ze is omdat het denken geen contact kan maken met de werkelijkheid zelf. Het denken is voor zijn informatievoorziening volledig afhankelijk van wat de zintuigen aan input geven. Wij krijgen per seconde 11,2 miljoen bits informatie op ons af om te verwerken. Zo’n 60 bits verwerken wij bewust en de rest van de bits wordt dus onbewust verwerkt. Een verschil van een factor 200.000! Er wordt gezegd dat wij van de ontelbaar veel prikkels die wij op ons af krijgen per seconde er maar 7 (plus minus 2) bewust kunnen waarnemen: de rest wordt weggefilterd, dus buitengesloten. Het zijn jouw hersenen die voor die filtering zorgen en bepalen welke informatie er wel en niet belangrijk is. De filters in jouw hersenen zijn gevormd door jouw ervaringen, jouw opvoeding en cultuur en die zijn voor iedereen anders. Vandaar ook dat iedereen de wereld anders waarneemt en andere informatie wegfiltert, dan wel bewust waarneemt. Omdat te ontdekken dat dat zo is hoef je alleen maar aan tien verschillende getuigen van een roofoverval te vragen wat er precies gebeurd is: je zal tien verschillende versies horen.

Kortom: om de werkelijkheid waarlijk te kennen moet je niet bij het denken zijn.  Het denken kan alleen een idee hebben over de werkelijkheid en verwart dat idee met de werkelijkheid zelf. Maar zoals de kaart  niet het gebied is zo is wat wij denken over de realiteit niet de realiteit zelf.

Overmatig denken maakt onrustig en ongelukkig want denken hakt de wereld telkens in tweeën en sluit dingen uit: dit wil ik wel en dit wil ik niet, dit vind ik leuk en dit vind ik niet leuk, dit is goed en dit is slecht, etc. Er wordt dus altijd iets genegeerd of buitengesloten en dat maakt ongelukkig omdat de heelheid verdwijnt. En door de manier waarop je hersenen de informatie filteren, zul je altijd datgene wat je denkt en voelt bevestigd zien in jouw ervaringen: informatie die daar niet bij past wordt gewoon weggefilterd of vervormd!! Onze hersenen zijn ‘meaning making machines’: ze geven betekenis aan en een verklaring over de werkelijkheid en onder die verklaringen en die betekenissen lijden wij omdat ze altijd incompleet zijn!

Met het denken vind je dus nooit de wijze antwoorden op je vragen, vind je niet de volledige waarheid, vind je geen geluk en geen heelheid. De enige manier om dat te doen is het ontwikkelen van bewustzijn. Leren waar te nemen zonder goed of af te keuren; überhaupt goed leren waarnemen! Goed waarnemen kan alleen vanuit stilte. Daarom is meditatie en het ontwikkelen van bewustzijn zo belangrijk. Alleen door het ontwikkelen van bewustzijn kun je de fuiken van het denken omzeilen. Alleen in bewustzijn kun je de driedimensionale wereld driedimensioneel waarnemen en ervaren.

Inzicht 7: passieve gedachtenstroom is als darmgeruis: je hebt er niks mee te maken en je kan het ook niet uitzetten

De gedachtenstroom die als een soort sportcommentator, achtergrondruis of lichtreclamezuil de hele dag aanwezig zijn kun je vergelijken met darmgeruis: je hebt er niks mee te maken. Je hebt niks te maken met het feit dat ze er zijn en ook niet met de inhoud ervan. Om dat te bewijzen hoef je alleen maar een te proberen aan niets te denken: dat gaat je niet lukken: gedachten blijven komen en gaan. De gedachtenstroom is niet stop te zetten: de gedachten zullen altijd blijven komen en gaan. Het goede nieuws daarvan is dat jij dus niks te maken hebt met die gedachten: jij bent er niet de eigenaar van! Als jij de eigenaar zou zijn van deze gedachten zou je de aan – en  uitknop kunnen bedienen, maar het feit dat jij geen invloed hebt op die gedachten geeft aan dat jij er niet de eigenaar van bent! Het heeft dan ook geen enkele zin om je voor je eigen gedachten te schamen of je om je eigen gedachten te veroordelen. Het is puur de computer die data aan het spuien is. Je hoeft je dan ook niet met je gedachten te identificeren! Dat wil zeggen dat je er geen ‘ik’  of ‘van mij’ tegen hoeft te zeggen.

 JIJ BENT NIET JE GEDACHTEN: JIJ BENT DE RUIMTE WAAR DEZE GEDACHTEN IN VERSCHIJNEN!’ Deze ruimte wordt ook wel ‘bewustzijn’ genoemd en vergeleken met een filmdoek. Gedachten, gevoelens, wilsimpulsen, fysieke sensaties en zintuigelijk impressies zijn de film, de vormen die in deze ruimte verschijnen.

Je kan wel onderscheiden dat er een verschil is tussen gedachten die je zomaar overkomen en de gedachten die jij bewust denkt. Bewust denken, dus dat jij bewust gedachten denkt en de inhoud ervan bepaald, bijvoorbeeld als je een berekening aan het maken bent, kost energie.

Nabeschouwing

Na het lezen van het bovenstaande is zou je kunnen denken dat het het beste is om nooit meer te tobben en te piekeren, je nu maar geen doelen meer te stellen en het het beste is alleen nog maar thuis op de bank te zitten mediteren en alle stress van het leven te vermijden. Het tegendeel is waar. Af en toe tobben of piekeren kan geen enkele kwaad. Af en toe de registers van je denken open zetten en situaties en gebeurtenissen overpeinzen kan waardevolle nieuwe inzichten en informatie opleveren. Het is belangrijk om in te zien dat het alledaagse tobben en piekeren slechte denkgewoonten zijn die lang niet zo onschuldig zijn als het lijkt. Tobben en piekeren geven ons een vals gevoel van controle over de situatie en saboteren onze gezondheid en geluk.

Doelen zijn essentieel bij het richten van ons denken. Door volop in het leven te staan doen wij allemaal ervaringen op waarvan we leren en groeien. Het gaat om de reis en niet om de bestemming.

Waar het uiteindelijk om gaat is om in te zien dat innerlijke  rust, vrede en geluk niet te vinden zijn door het behalen van doelen en al helemaal niet door te tobben en te piekeren. Alle gelukservaringen hebben één ding gemeen: het denken was er even niet.

Geluk kun je niet vinden via het denken: geluk is afwezigheid van denken

Hier komen we gelijk bij nog een aspect van het denken: denken kost tijd. Als je denkt kun je niet in het hier-en-nu aanwezig zijn.

En juist het hier-en-nu is de enige plek waar je geluk, liefde en vrede kunt vinden.

Mensen zijn hun hele leven op zoek naar ervaringen waar ze even helemaal verlost zijn van hun denken en dus ook van zichzelf.

 

 

Kangen water

Wat hebben Beyonce, Brad Pitt, Angela Jolie, Tom Cruise, Steve Tyler (Aerosmith),Demi Moore, Leonardo di Caprio, Anthony Robbins, Bill Gates en Janet Jackson gemeen? Ze drinken Kangen Water!

Kangen water is voor de meesten van ons nieuw, maar het blijkt al 20  jaar te bestaan!

Ik heb er zelf pas onlangs kennis mee gemaakt. In den beginne was ik wat sceptisch. Ik had mijn eigen methode bedacht om water te zuiveren, te vitaliseren en een basische PH waarde te geven. Dat was een hele omslachtige en tijdrovende methode waar ik per dag 8 flessen water mee maakte. Dat water smaakte een stuk beter dan kraanwater en het voelde ook beter om dat water te drinken.

Ik vond het dan ook erg leuk dat Thomas Hawker, een verkoper van Kangen water machines, bij mij thuis wilde komen om mijn water door te meten en te testen. Hij was namelijk ook wel nieuwsgierig naar wat ik allemaal met mijn water deed. En ik was heel erg benieuwd wat dan precies het verschil was tussen Kangen water met een hoge PH en het water dat ik met druppels van Alkalife en Alkazone een hoge PH waarde had weten te geven. Ik kon mij niet voorstellen dat Kangen water nog een hele grote toegevoegde waarde kon hebben.

En inderdaad, na wat testen bleek mijn bewerkte water op allerlei vlakken significant beter te scoren dan mijn kraanwater en mijn gezuiverde water (omgekeerde osmose).

Maar toch bleek mijn water niet te kunnen tippen aan Kangen water, wat vooral te maken had met de ORP waarde (Oxygen reduction Potential). Wat ik ook met mijn water deed, het bleef een positieve ORP waarde hebben, wat wil zeggen dat het het lichaam energie kost en dat het oxiderend werkt. Het Kangen water daarentegen heeft een hele hoge negatieve OPR waarde, wat wil zeggen dat het heel rijk is aan anti-oxidanten.

N.a.v. de test heb ik een paar flessen met Kangen water gevuld en ben het zelf gaan uittesten. Mooie verhalen en positieve testjes zijn leuk maar the proof of the pudding is tenslotte nog altijd the eating. Het effect van Kangen water voelde ik meteen: het was alsof ik Duracell batterijen had gekregen. Ik voelde mij een stuk vitaler en energieker en voor het eerst in mijn leven was ik aan het eind van de dag niet moe. Het leek alsof iemand een lichtknopje in mijn cellen had aangezet.

Na een aantal dagen was mijn Kangen water op en ben ik weer overgestapt op mijn eigen water. Ieder mens heeft zijn eigen bioritme en het ene moment voel je je beter en fitter dan het andere moment, dat gaat met zijn ups en downs; de positieve effecten konden ook toevallig zijn. Maar na een paar dagen miste ik het Kangen water. Ik ben toen het water weer gaan bijvullen en toen voelde ik weer gelijk de energie en de vitaliteit. De lijnen in mijn gezicht werden ook zachter en mijn huid voelde zijdezacht aan. Weer heb ik daarna pauze genomen met Kangen water vanuit het NLP principe dat als iets 1 á 2 keer gebeurt het toeval kan zijn, maar dat als iets 3 keer gebeurt er sprake kan zijn van een patroon. En weer kwam ik erachter dat ik zonder Kangen water een stuk energie en vitaliteit miste. Nadat ik voor de derde keer het water heb bijgevuld en alle positieve effecten weer terugkwamen ben ik niet meer gestopt met het drinken van Kangen water.

Wat is het wonder van Kangenwater? Ik heb een paar videootjes opgezocht waarin een dame in ‘Jip en Janneke’ taal uitlegt wat Kangen water doet.

(Let op: de videootjes spelen af na elkaar want ze blijken niet afzonderlijk plaatsbaar)

In het kort komt het hier op neer:

1)      Het verhoogt je PH waarde van zuur naar basisch. Een hoge zuurgraad wordt geassocieerd met allerlei aandoeningen. In een basisch milieu vinden veel ziekten geen voedingsbodem.

2)      Het water werkt zeer anti-oxiderend en heeft een ´anti-aging´ effect

3)      Het heeft een zeer positieve werking op je darmen: het verwijderd slakken uit je darmen en ziek darmweefsel heeft de kans om te herstellen.

4)      Het water is beter opneembaar voor je lichaam door microclustering

5)      Het kan zelfs helpen bij afvallen. Zie dit filmpje waarin Anthony Robbins (zelf een Kangen water drinker) uitlegt waarom afvallen bijna onmogelijk is als je verzuurd bent

Niet alleen mensen met gezondheidsklachten of die minder snel willen verouderen hebben profijt van Kangen water, ook voor mensen die sporten schijnt Kangen water heel heilzaam te zijn. Sporten draagt namelijk bij aan verzuring!

Dit is de reden dat onder andere de Yankees Kangen water gebruiken. Ze kunnen langer trainen, herstellen snel, zijn flexibeler en hebben minder blessures.

Voor degene die meer uitleg willen over Kangen water:

Een arts die uitleg geeft over Kangenwater:

Directeur van het Amerikaanse anti kanker instituut over Kangen water:

Tenslotte heb ik nog een aantal meer wetenschappelijke PDF’s over Kangen water die ik je toe kan sturen.

Zelf heb ik (nog) geen Kangen machine omdat ze nogal prijzig zijn (rond de 3000 euro). Er zijn goedkopere exemplaren op de markt, maar die bezuinigen op essentiële onderdelen om de prijs te drukken. Het echte Kangen water komt van Enagic.

Gelukkig zijn er mensen die hun Kangen water met anderen willen delen. Op de website www.seethelighthouse.org kun je op de homepagina een overzicht zien van Kangen water tappunten. Voor een kleine vergoeding per liter (ca. 50 cent) kun je het water daar tappen.

Ik heb nu al een ‘pool’ met mensen die om de beurt naar zo een tappunt rijden om water te halen. Maar mijn droom blijft het om een eigen machine te hebben. Je kunt er namelijk ook water mee maken waarmee je zonder chemicaliën kunt schoonmaken en water wat perfect is voor huid en haar. Ook kun je met Kangen water bestrijdingsmiddelen beter van groenten en fruit afspoelen. Bestrijdingsmiddelen op groenten en fruit zijn namelijk vaak op oliebasis. Als je met je kraanwater de bestrijdingsmiddelen er zo af kunt spoelen kan een regenbui dat ook. In praktijk blijken bestrijdingsmiddelen na een goede wasbeurt onder de kraan vaak nog gewoon op je groenten en fruit te zitten!

Tenslotte nog een videootje van een man die zo geïnspireerd is geraakt door Kangen water dat hij zijn gedachte dat Kangen water ook kan helpen bij het verhogen van bewustzijn op Youtube heeft gezet

De manko’s van het denken

In onze westerse samenleving wordt het ontwikkelen van ons denken, ons intellect, als heel belangrijk gezien; misschien wel als één van de belangrijkste dingen die je als mens kan ontwikkelen. Er is dan ook een enorm hoge waardering voor het ontwikkelen van ons intellect: ons schoolsysteem is volledig voor dat doel ingericht. Eén van de eerste hokjes waar je als mens in wordt ingedeeld is het hokje of je slim bent en een goede leerling of dat je niet zo slim bent en een slechte leerling. Het grootste deel van je jeugd is dat één van de belangrijkste meetlatten waar je als mens langs wordt gelegd. En als je eenmaal een baan gaat zoeken blijft die meetlat van het intellect je achtervolgen, want de financiële beloning voor arbeid is mede gebaseerd op de mate waarin het intellect ontwikkeld moet zijn en de mate waarin je voor het werk kennis hebt moeten vergaren. Een hele belangrijke filosoof, Descartes, zei in de 16e eeuw al ‘ik denk dus ik besta’. Zijn manier om naar de waarheid te zoeken was de methodische twijfel: door systematisch aan alles te twijfelen. Ook de wetenschap is een ‘tak van sport’ waarin alleen datgene erkent wordt wat door het denken verklaard, onderscheiden en geanalyseerd kan worden: ‘meten is weten’.

Door de nadruk in onze samenleving op (de ontwikkeling van) het intellect en doordat waarheidsbevinding en denken zo aan elkaar gekoppeld zijn geraakt, weten de meeste mensen niet beter dan dat het denken hét instrument is dat ons tot de waarheid kan leiden en dat dat hét instrument is waarmee we onszelf uit de problemen kunnen halen, of waarmee wij problemen kunnen voorkomen.

Vandaar ook dat de meeste mensen zodra ze tegen een probleem aanlopen in het leven hun denken overuren laten draaien om de oplossing te bedenken. En dat mensen als ze iets met hun denken niet kunnen bevatten of waar de wetenschap geen antwoord op kan vinden als ‘onwaar’ of ‘onzin’ afdoen.

Wat mensen zich niet realiseren, is dat ons intellect beperkt is.

Het deel van ons denken dat wij het intellect noemen, is niet anders dan een machientje, een soort computer die patronen zoekt en maakt en die berekeningen kan maken. Het is een machientje dat tot kennis komt, door ‘dit’ van ‘dat’ te onderscheiden en het hakt de werkelijkheid als het ware in stukjes. Iets is ‘dit’ en dus niet ‘dat’. Iets is donker óf licht, warm óf koud, aardig óf stom, goed óf fout. Dit wordt dualiteit genoemd. Op deze manier kan de werkelijkheid geanalyseerd en gecategoriseerd worden en voor ons begrijpelijk worden gemaakt. Maar bij het reduceren van data tot hapklare brokjes vinden vervormingen en weglatingen plaats. Zo is voor het denken 2 + 2 altijd 4, maar van realistisch standpunt is dat niet altijd zo. Twee koeien en twee microben zijn niet echt met elkaar te vergelijken. Als je een veld met 4 koeien neemt en je vraagt hoeveel dieren er in het veld staan, dan zeg je waarschijnlijk 4. Maar in realiteit zijn het er veel meer: er zijn ook mieren, wormen, torren, microben, bacteriën etc. Maar deze laat het denken weg omdat het met zoveel niet te ‘grijpen’ data niet kan rekenen.

Via het intellect kun je het leven nooit volledig begrijpen omdat alle onlogischheid buiten beschouwing wordt gelaten! De mens en de natuur zijn niet logisch: het enige dat logisch is is het intellect!

De werkelijkheid is veel breder en rijker, dan wij met ons denken kunnen bevatten. De werkelijkheid sluit alles in: iets kan goed én slecht zijn, lelijk én mooi, koud én warm. Maar ons denken kan hier niks mee, want met iets dat ‘dit’ én ‘dat’ is kan het niet rekenen.

Ons denken is een prima instrument om praktische, logische problemen mee op te lossen zoals via welke route kom in het snelst in Amsterdam  of waar ik het goedkoopst boodschappen kan doen als ik deze twee reclamefolders met elkaar vergelijk.

Maar pas je datzelfde logisch denken toe op emotionele kwesties, menselijk gedrag en de natuur, dan sla je al heel snel de plank mis want emoties, mensen, het leven en de natuur zijn niet logisch. Het enige logische is het denken! Je hoeft alleen maar te kijken hoe vaak de weerman er naast zit ondanks zijn zeer geavanceerde modellen die precies het verloop van het weer kunnen berekenen en waarin statistieken ook mee zijn genomen. Dan ineens blijkt de wind zomaar van richting veranderd te zijn…..

Ook is het zo dat je denken alleen maar kan rekenen met de data die het heeft, die het ooit via ervaring en het opdoen van kennis tot zich heeft genomen. Kennis verzameld door de zintuigen, opgeslagen als herinneringen en doorberekend en verwerkt door het intellect, kan nooit omvangrijk genoeg zijn om de werkelijkheid te bevatten. Jouw kennis en je ervaringen zijn per definitie beperkt. Want hoeveel informatie je ook vergaard in één gebied, je zal altijd onwetend blijven op andere gebieden waar je je aandacht niet op richt of waar je nooit aan blootgesteld bent geweest. Alleen als je alle levens van alle mensen geleefd zou hebben en alle kennis die er in de wereld beschikbaar is zou bezitten, zou je misschien in staat zijn een redelijke adequate berekening te maken. Maar omdat dat nooit zal gebeuren zullen je berekeningen en verklaringen altijd mank gaan omdat je informatie mist. Een voorbeeld: Stel jij woont in een wereld waar iedereen goed is en je hebt alleen maar positieve ervaringen met en je hebt ook nog nooit een boek gelezen of een film gezien waarin mensen ook slecht in kunnen zijn. Je bent bakker en ineens is er een brood uit jouw winkel verdwenen. Jij zal dan de situatie verklaren vanuit jouw ervaringen en kennis. Je zal denken dat het brood is kwijtgeraakt of dat het door een groep muizen is opgegeten, of dat iemand het brood heeft meegenomen toen de jij op het toilet zat, maar dat die persoon straks nog terug zal komen om te betalen. De mogelijkheid dat iemand het brood gestolen kan hebben komt niet in je op omdat die mogelijkheid niet in je ervaring en kennis zit en dus niet behoort tot data waarmee gerekend kan worden.

Met ons denken kunnen we de werkelijkheid voor ons zelf overzichtelijk en begrijpelijk maken, maar met ons denken kunnen we geen waarlijk contact maken met de werkelijkheid. Je kunt een driedimensionale wereld niet met een tweedimensionaal denken bevatten!

Met het denken de werkelijkheid willen bevatten is als de essentie van een bloem willen leren kennen door haar te analyseren door de blaadjes eruit te trekken. Je weet dan misschien hoe een bloem eruit ziet en hoeveel blaadjes eraan hebben gezeten, maar de essentie van de bloem is in de analyse verloren gegaan.

De werkelijkheid is per definitie veel breder en rijker dan je denken kan bevatten. Het enige dat de werkelijkheid in zijn volledige volheid kan bevatten is bewustzijn. Bewustzijn is waarnemen zonder oordeel. Bewustzijn sluit niks uit (zoals het denken wel doet), maar sluit alles in. In bewustzijn kan iets én goed én slecht zijn, kan iets mooi én lelijk zijn.

De uiteindelijke werkelijkheid van de fysieke wereld zal nooit ontdekt kunnen worden door het intellect van de mens. Het intellect kan geen contact maken met de realiteit: alleen de fabricaten van het eigen denken zijn door het intellect te onderzoeken. Zo wordt de eigen fantasie onderzocht, gemeten en geweten en – uiteraard- wordt bevestiging gevonden. `Dit (mijn gekte) is waar…` De realiteit kan alleen ervaren worden in het ´hier en nu´. Zo een directe objectieve bewuste ervaring kan alleen opgedaan worden door een enkele totale waarneming waarbij alle zintuigen betrokken zijn. Zo een ´duik in de oceaan van de totale ervaring`  is iets totaal anders dan de werking van het intellect. Zulk ervaren is voor het intellect niet mogelijk.

Het denken kan de wereld niet zien zoals ze is omdat het denken geen contact kan maken met de werkelijkheid zelf. Het denken is voor zijn informatievoorziening volledig afhankelijk van wat de zintuigen aan input geven. Wij krijgen per seconde 11,2 miljoen bits informatie op ons af om te verwerken. Zo’n 60 bits verwerken wij bewust en de rest van de bits wordt dus onbewust verwerkt. Een verschil van een factor 200.000! Er wordt gezegd dat wij van de ontelbaar veel prikkels die wij op ons af krijgen per seconde er maar 7 (plus minus 2) bewust kunnen waarnemen: de rest wordt weggefilterd, dus buitengesloten. Het zijn jouw hersenen die voor die filtering zorgen en bepalen welke informatie er wel en niet belangrijk is. De filters in jouw hersenen zijn gevormd door jouw ervaringen, jouw opvoeding en cultuur en die zijn voor iedereen anders. Vandaar ook dat iedereen de wereld anders waarneemt en andere informatie wegfiltert, dan wel bewust waarneemt. Omdat te ontdekken dat dat zo is hoef je alleen maar aan tien verschillende getuigen van een roofoverval te vragen wat er precies gebeurd is: je zal tien verschillende versies horen.

Kortom: om de werkelijkheid waarlijk te kennen moet je niet bij het denken zijn.  Het denken kan alleen een idee hebben over de werkelijkheid en verwart dat idee met de werkelijkheid zelf. Maar zoals de kaart  niet het gebied is zo is wat wij denken over de realiteit niet de realiteit zelf.

Overmatig denken maakt onrustig en ongelukkig want denken hakt de wereld telkens in tweeën en sluit dingen uit: dit wil ik wel en dit wil ik niet, dit vind ik leuk en dit vind ik niet leuk, dit is goed en dit is slecht, etc. Er wordt dus altijd iets genegeerd of buitengesloten en dat maakt ongelukkig omdat de heelheid verdwijnt. En door de manier waarop je hersenen de informatie filteren, zul je altijd datgene wat je denkt en voelt bevestigd zien in jouw ervaringen: informatie die daar niet bij past wordt gewoon weggefilterd of vervormd!! Onze hersenen zijn ‘meaning making machines’: ze geven betekenis aan en een verklaring over de werkelijkheid en onder die verklaringen en die betekenissen lijden wij omdat ze altijd incompleet zijn!

Met het denken vind je dus nooit de wijze antwoorden op je vragen, vind je niet de volledige waarheid, vind je geen geluk en geen heelheid. De enige manier om dat te doen is het ontwikkelen van bewustzijn. Leren waar te nemen zonder goed of af te keuren; überhaupt goed leren waarnemen!

Goed waarnemen kan alleen vanuit stilte. Daarom is meditatie en het ontwikkelen van bewustzijn zo belangrijk. Alleen door het ontwikkelen van bewustzijn kun je de fuiken van het denken omzeilen. Alleen in bewustzijn kun je de driedimensionale wereld driedimensioneel waarnemen en ervaren.

Gebruikte bronnen:

The power of the mind – Rolf Alexander

Het slimme onderbewuste – Ab Dijksterhuis

Effect van emoties op stem en zang

Emoties klinken door in je stem. Als je verdrietig bent klinkt je stem zacht, gebroken, hees. Als je boos bent klinkt je stem harder en met meer kracht. Als je blij bent klinkt je stem helder en hoog. In popliedjes wordt bewust gebruik gemaakt van dit effect van emoties op de stem. Als emoties onderdrukt of niet voldoende geuit worden kan dit een negatieve invloed hebben op de stem en zelfs chronische stemproblemen veroorzaken. Het is voor een vocalist daarom belangrijk je te verdiepen in wat emoties precies zijn en welke effecten ze hebben op stem en lichaam. 

Wat zijn emoties eigenlijk? Het woord ‘emotie’ komt van het woord ‘emovre’ wat ‘dat wat mij doet voortbewegen’ betekent. Emoties veroorzaken sterke (hevige, rijke, intense) lichamelijke reacties als gevolg van hormonen die het lichaam afscheidt. Deze hormonen hebben ten doel het lichaam te activeren, te bevriezen of te de-activeren. zodat er een adequate reactie op de situatie kan plaatsvinden die belangrijk is voor onze overleving. Emoties zoals agressie, angst en geestdrift hebben van nature een actie-tendens in zich: de drang om de relatie met de buitenwereld door handelen te wijzigen.

Emoties spelen een belangrijke rol bij onze overleving, vandaar dat emoties automatische lichaamsreacties zijn, oftewel reflexen. Je kunt een emoties dan ook niet met je bewuste wil beïnvloeden. Dankzij een emotie reageer je reflexmatig; nadenken kost immers tijd en die paar tiende van een seconde kan het verschil uitmaken tussen dood of leven. Denk aan een tijger die op je afspringt: als je gaat nadenken of je nu linksaf of rechtsaf kunt vluchten, zit je al in zijn bek. Zodra je ‘in’ een emotie zit doet de neocortex, dat deel van de hersenen dat afwegingen maakt en voors- en tegens afweegt, niet actief mee. Vandaar dat mensen in een vlaag van emotie dingen kunnen zeggen of doen waar ze later enorm spijt van kunnen hebben. Het omgekeerde kan ook: doordat de censuur van het denken weg is kunnen mensen in een emotie iets van zichzelf laten zien wat ze normaal niet laten zien, denk bijvoorbeeld aan iemand die in verdriet zijn masker laat zakken.

Het herkennen van emoties is niet voor iedereen even makkelijk. Vaak worden emoties als verdriet, angst of boosheid niet opgemerkt, bijvoorbeeld als je deze emoties geleerd hebt te onderdrukken. De emotie is er wel, evenals de fysiologische reacties, maar je merkt deze niet op doordat de lichaamssensaties onder de bewustzijnsdrempel blijven. Het kan ook zijn dat je de lichaamssensaties wel opmerkt maar in je hersenen geen bewuste koppeling wordt gemaakt tussen de lichaamssensaties en de desbetreffende emotie.

Het is opvallend dat elke emotie bijna dezelfde lichamelijke gewaarwordingen heeft: het lichaam reageert op elke bedreiging met dezelfde soort afweer. Er moeten dus andere componenten zijn om een emotie goed te kunnen onderscheiden. Het is niet altijd een objectieve gebeurtenis die een bepaalde emotie oproept: het is vooral de evaluatie van de emotie óver de betekenis van de gebeurtenis die zorgt voor een bepaalde emotie. Die betekenis gaat over in welke mate de gebeurtenis van effect is op jouw zinvol voortbestaan. Als de gebeurtenis implicaties heeft voor jouw doeleinden, houvast en overleving, zal er een emotie plaatsvinden.

Welke emotie er door een gebeurtenis opgeroepen wordt heeft ook te maken met de mate waarin je greep op de situatie hebt. Je kunt op twee manieren greep hebben: je kunt manipulatieve greep hebt, wat wil zeggen dat je de situatie naar je hand kunt zetten, dat je controle over de situatie hebt. En je kunt cognitief greep hebben, wat wil zeggen dat je de gebeurtenis goed kunt plaatsen en begrijpen. De mate van greep of greepverlies is van invloed op het soort emotie dat ontstaat. Ik zal dat uitleggen. Stel, iemand gaat met zijn of haar gedrag over jouw grenzen heen. Als je het idee hebt dat je daar invloed op uit kunt oefenen wordt je boos. De agressie is een activerende emotie die ervoor zorgt dat jij je inspant om de persoon in kwestie ‘van jouw erf’ af te krijgen en te zorgen dat hij of zij jouw grenzen respecteert. Als je het idee hebt dat je geen invloed kunt uitoefenen op het gedrag van de ander (bv door een machtsverschil)  en je voelt je machteloos dan treedt er verdriet op.

Stel dat iemand continue over jouw grenzen heen gaat en er is geen sprake van boosheid of verdriet dan is dat een indicatie dat je misschien een emotie onderdrukt of niet herkent want in zo een situatie is een emotie een normale reactie!

Mocht je het idee hebben dat jij mogelijk emoties onderdrukt of misschien niet goed herkent, dan is het bestuderen van de zeven basisemoties een goede manier om ‘feeling’ te krijgen met de emotie en de bijbehorende fysieke sensaties. De zeven basisemoties zijn: angst, agressie, verdriet, vreugde, verbazing, walging, geestdrift. Andere indicaties zijn uitspraken als ‘ik huil nooit’ of ‘ ik word nooit boos’.

Het verschil tussen gevoelens en emoties

In de taal worden de begrippen emoties en gevoelens vaak verwisselt. Er is echter een verschil: een emotie is een automatisch antwoord van het lichaam op een bepaalde situatie: het is een reflex. Een gevoel beleven we pas wanneer we deze emotie bewust waarnemen. Gevoelens kunnen we ook bewust oproepen, bijvoorbeeld door heel erg na te denken over een situatie en dan onszelf helemaal verdrietig of boos te denken. Het gevoel is dan geen reflex en ook minder in intensiteit dan een accute emotie. Echter, ook de fysieke sensaties van gevoelens kunnen het lichaam beschadigen en uitputten als ze niet ontladen worden of te frequent aanwezig zijn. Mensen kunnen zelfs een burnout krijgen van een overdosis aan positieve ervaringen!

Emoties en de effecten op je stem

Emoties hebben een sterke invloed op je lichaam én dus ook op je stem. Het meest duidelijke voorbeeld is dat mensen als ze boos of geestdriftig zijn (en hun lichaam dus geactiveerd is) harder, sneller en hoger gaan praten. Het is ook niet voor niets dat bij live optredens de muzikanten in de opwinding de muziek vaak een stukje sneller gaan spelen. Als je lichaam in een chronische toestand van opgewondenheid verkeerd (sympatische dominantie) dan hoor je dat ook terug in iemands stem: de stem is dan harder, grover en met minder subtiliteit. In onze huidige jachtige westerse maatschappij zijn er veel mensen die in deze toestand verkeren.

Verdriet hoor je ook heel duidelijk terug in de stem. Je stem wordt dan zachter, gaat kraken en er kan wat valse lucht bijzitten. Deze natuurlijke verandering in stemgeluid kun je in liedjes gebruiken om verdrietige liedjes triester te laten klinken.

Verdriet dat niet goed ontladen is kan een negatief effect hebben op je stemgeluid. Als je bijvoorbeeld niet huilt als je eigenlijk moet huilen dan kan er geen ontlading plaatsvinden; via tranen verlaten stresshormonen het lichaam. De figuurlijke ‘brok’ in de keel krijgt geen kans om door de ontlading op te lossen. Als dit vaker voorkomt, dan kun je pijn in je keel krijgen en het keelchakra (een fijnstoffelijk energieknooppunt rond de keel die te maken heeft met communicatie en expressie) kan geblokkeerd raken. Dit kan leiden tot heesheid en veelvuldig terugkerende keelproblemen. Een geblokkeerd keelchakra heeft ook effect op de klank van de stem: deze kan hees of geknepen gaan komen. Als mensen bij mij komen met stemproblemen dan is één van de eerste vragen die ik stel ‘waar heb je niet gehuild waar je had moeten huilen en waar heb je niet gezegd wat je had moeten zeggen’.

Emoties en organen

Het onderdrukken van een emoties is schadelijk voor het lichaam, evenals het continue oproepen van emoties of situaties opzoeken die heftige emoties veroorzaken. In het eerste geval, bij onderdrukking, is er geen adequate reactie die het gevolg zou moeten zijn van de opgeroepen hormoonrespons. Want de hormonen komen niet voor niets vrij: ze worden afgescheiden zodat er een bepaalde reactie plaats kan vinden die hoort bij de desbetreffende emotie. Hormonen die door het lichaam gieren en die geen kans krijgen om door middel van passende actie geneutraliseerd te worden vergiftigen en beschadigen het lichaam. Als er gedurende een langere periode heftige emoties zijn kunnen hormoonklieren en bijvoorbeeld de bijnieren uitgeput raken. Volgens de Chinesen heb je dan last van ‘valse yang’: vals omdat het lijkt dat je nog voldoende energie hebt, maar eigenlijk zit je in de overdrive, merk je je vermoeidheid niet meer op en ben je bezig je bijnieren uit te putten.

Traditionele Chinese genezers weten dat emoties de fysiologie beïnvloeden en daarom vormen ze gewoonlijk onderdeel van de behandeling. Het chinese systeem kent ook zeven basisemoties: vreugde, woede, bezorgdheid, nadenkendheid, verdriet, angst en shock. De toestanden bezorgdheid en melancholie, zijn geen basisemoties in de zin van dat ze reflexmatig zijn; het zijn eerder chronisch geprikkelde toestanden. De indeling van de Chinesen is een andere indeling dan de indeling die ik eerder heb gegeven. Dat heeft te maken met dat mijn indeling vooral te maken heeft met de aard en functie van de emoties en de Chinesen de emoties hebben ingedeeld op basis van hun effect op het lichaam.

Volgens de Chinesen beïnvloeden emoties de organen én ze ontstaan in bepaalde organen. Een orgaan ‘wekt’ een emotie op.

Het hart wekt vreugde op

De lever wekt woede op

De longen wekken bezorgdheid en verdriet op

De milt wekt melancholie op

De nieren wekken angst en shock op

Overmatige woede is bijvoorbeeld gevaarlijk voor de lever en andere delen van het lichaam. De lever is de plaats waar woede verblijft. In onderstaand schema kun je lezen welke emoties welke organen beïnvloeden.

De zeven emoties en de organen
Emotie Schade aan corresponderende organen
Vreugde Overmatige vreugde consumeert hartmeridiaanenergie, wat tot een tekort leidt. Het ontspant het hart ook, waardoor het niet meer effectief kan functioneren
Woede Overmatige woede consumeert levermeridiaanenergie, wat tot een tekort leidt. Hij stijgt ook naar het hoofd op, veroorzaakt hoofdpijn, hoge bloeddruk en eventueel beroerte
Bezorgdheid en verdriet Overmatige bezorgdheid en verdriet branden longmeridiaanenergie op, wat tot een tekort leidt en buikpijn en zwelling veroorzaakt
Melancholie Overmatige melancholie verbruikt miltmeridiaanenergie, wat tot een tekort leidt en verstopping van de milt veroorzaakt
Angst en shock Overmatige angst en shock verbruiken niermeridiaanenergie, wat tot een tekort leidt. Angst dwingt de niermeridiaanenergie omlaag en veroorzaakt problemen van het onderlichaam en de nieren. Shock schept chaos in de nieren, waardoor ze slechter werken.

Als het lichaam uit balans is en/of als je emotioneel niet in balans bent dan heeft dat effect op je stem. Verdriet, woede, gebrek aan vitaliteit, geïrriteerdheid, ziekte, opgejaagdheid: het klinkt allemaal door in je stem.

Effect van de organen op de stem

Om goed kracht te kunnen zetten met je stem, bijvoorbeeld bij een uithaal, heb je vitale organen nodig. Na een nachtje flink doorhalen of een pittige griep kun je merken dat je minder kracht kunt zetten met je stem. Het is dan belangrijk te zorgen dat je organen weer vitaal worden. Als de vitaliteit van de organen minder wordt hoor je dat ook in je stem: bij het ouder worden verdwijnt de helderheid en kracht vaak uit de stem. Wil je tot op hoge leeftijd goed kunnen zingen, dan is het belangrijk dat je je organen vitaal houdt. Dit kun je doen door geen voedingsmiddelen te nuttigen die je organen extra belasten (denk aan alchol die de lever belast), voldoende lichaamsbeweging en je lichaam soepel te houden, bijvoorbeeld door yoga.

Organen beinvloeden met klank

Je kunt je organen ook positief beinvloeden met klanken, zoals de helende klanken uit de healing TAO.  Dit zijn klanken die corresponderen met een bepaald orgaan. De klanken herstellen de energiestroom in de organen en je lichaam en verhogen daarmee je gezondheid en vitaliteit. Bovendien zorgen de klanken ervoor dat je emoties in balans komen waardoor je kalm en rustig wordt (De klanken en de bijbehorende bewegingen kun je tijdens de les leren).

Lichaamsbewustzijn

Tenslotte: om effectief aan de slag te kunnen met het spelen met emoties en je stem en klank is een goed lichaamsbewustzijn een voorwaarde. Je hebt het vermogen nodig lichamelijke sensaties op te merken, te omschrijven en te duiden. Je kunt bijvoorbeeld waarnemen waar je iets voelt in je lichaam, hoe het aanvoelt (bv tintelend, verkrampt, stromend, kloppend, koud, warm), hoe je ‘iets’ in je lichaam opent en meer ruimte maakt en hoe je iets vernauwt of verkrampt.  Vandaar dat het ontwikkelen van lichaamsbewustzijn een deel uit maakt van zangles,  mocht dat (nog) niet voldoende ontwikkeld zijn.

 

Bronnen:

Aantekeningen en studiemateriaal over emoties van Hein Heijen (Psychodidact) ( http://www.psychodidact.nl/opleidingen/indexopleidingen.htm )

Het subtiele lichaam: encyclopedie van de energetische anatomie (Cyndi Dale), blz 225 – 227

Healing TAO Basis 1 – René Paul Hageman ( http://www.avanturijn.nl/healing-tao/ )

Het lichaam als instrument: het belang van water

Als je een instrument hebt, dan weet je dat je daar zuinig op moet zijn. Neem een cello: de luchtvochtigheid in huis moet kloppen (bij te droge lucht gaat hij scheuren) en het hout moet je op de juiste manier verzorgen. En als je je cello vervoert ga je er niet mee in de regen lopen, maar stop je hem in een speciale koffer die de vormen van de cello ondersteunt.

Zo goed als een instrumentalist doorgaans voor zijn instrument zorgt, zo onzorgvuldig gaan veel vocalisten om met hun instrument: het lichaam. Te veel stress, te weinig rust, verkeerde leef- en eetgewoonten: het is bij vocalisten eerder regel dan uitzondering. Probeer überhaupt maar eens goed voor je ´instrument´ te zorgen in deze jachtige en hectische maatschappij.

Niet iedereen beseft dat de status quo van jouw lichaam én geest doorklinken in jouw stem. Zoals ogen de spiegels van de ziel zijn, zo is de stem de spiegel van de persoonlijkheid, het body-mindsysteem.  Stress, zorgen, verdriet, angst, verkramping, blijheid, zachtheid, een gebrek aan energie, verbittering, opgekropt verdriet, frustratie, ziekte of fysieke zwakheid: het klinkt allemaal door in jouw stem en heeft zijn effect op jouw vocale capaciteiten en op hoe jouw stem door een ander wordt ervaren.

Het is dus zaak om goed voor lichaam én geest te zorgen. Iedereen kan bedenken dat het belangrijk is om goed voor je lichaam te zorgen door bijvoorbeeld voldoende rust te nemen en het juiste voedsel tot je te nemen. Omdat dat algemeen bekende informatie is ga ik hier verder niet op in.

Wat echter weinig mensen beseffen is hoe belangrijk de kwaliteit van het water dat je tot je neemt voor je lichaam is. Water is het allergrootste bestanddeel van ons lichaam, ons instrument, dat voor ca. 70% uit water bestaat. Water blijkt veel meer te zijn dan H2O waarin bepaalde mineralen zitten. Water is het meest gevoelige element van alle elementen en het kan energie en informatie oppikken én vasthouden! De bekendste wetenschapper die dat heeft onderzocht is de Japanner Masuro Emoto.

Voor het optimaal functioneren van je ´instrument´is kennis hebben van water én het juiste water tot je nemen essentieel. En dan gaat het niet alleen om kwaliteit van het water in de zin van dat het de juiste zuurgraad en mineralen moet bevatten en voldoende gezuiverd is van bacteriën, zware metalen e.d, maar dat ook de energetische informatie én de structuur van het water belangrijk is. Vandaar dat ik een waterspecialist heb uitgenodigd voor de workshop op 15 november aanstaande (Verhoog je eigen trilling en daarmee je uitstraling: – over de energetische kant van muziek, zingen en je lichaam als instrument. Zie http://www.stemvandeziel.nl/workshops.html)

Thomas Hawker van het bedrijf The Lighthouse (www.seethelighthouse.org) zal ons van alles vertellen en laten zien van de nog onbekende aspecten van water. Je kunt je eigen water naar de workshop meenemen en laten testen. Ook kun je water dat aan alle voorwaarden voldoet tijdens de workshop proeven en ervaren. Afbeelding

Levenspijn

Als je stopt je zintuigen te prikkelen met mooie, fijne en heerlijke dingen. Zoals mooie muziek, lekker eten, leuke films, vakanties, lippen die je lichaam beroeren en beminnen….

Als je stopt jezelf te omringen met mensen om je gevoel van eenzaamheid te verlichten en je verhaal kwijt te kunnen……

Als je stopt met het zoeken van avontuur en spanning om jezelf te bevrijden van een gevoel van leegte, sleur en saaiheid…..

Als je stopt met analyseren, redeneren, discussiëren, evalueren en het verzamelen van nóg meer informatie omdat het je een gevoel van controle en veiligheid geeft….

Als je stopt met positief herkaderen, met alle problemen omzetten in uitdagingen en overal het positieve in te zien, zelfs in het grootste leed….

Als je stopt met interpreteren en het geven van betekenis om een plek te geven aan wat pijnlijk of niet te begrijpen is. En om jezelf een bevredigend antwoord te geven op de vraag waarom je hier bent en wat de zin van gebeurtenissen is….

Als je stopt met  je geest afleiden door te verdwijnen in een mooi boek, een ontroerende film, een spannende game of een andere activiteit die je geheel in beslag neemt….

Als je stopt met projecteren, vergelden en anderen of situaties de schuld te geven van wat mis gaat of anders had moeten zijn in je leven. Zodat je je eigen aandeel niet onder ogen hoeft te zien en geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen voor je eigen gevoelens, gedachten en daden…..

Als je stopt met afleiden, ontkennen, verdoven, rationaliseren, verdringen, toedekken en ontlopen en gaat ‘zijn’ met ‘dat wat is’, ontdek je dat pijn als een grondtoon op de achtergrond aanwezig is in het leven.

Onder de laag van activiteiten, woorden, gedachten en gevoelens zit een onderstroom van pijn en die pijn is intens, grof, scherp en rauw.

Alsof iemand continu met de nagels over het schoolbord krast. Het heeft de geur van rottend vlees en de aanblik van een uit elkaar gespatte duif op het wegdek.

Deze pijn is de rauwe pijn van het leven zelf. Van het leven dat geeft en neemt, schept en weer vernietigt, komt en weer gaat.

Als dingen goed gaan, in ontwikkeling zijn en je vervullen, is het wachten op de tegenbeweging van de neergang en achteruitgang.

Hoe meer liefde je ontvangt, hoe krampachtiger je kan worden uit angst het weer kwijt te raken of het met minder te moeten doen.

Als het fijn en gezellig samen is kun je het afscheid en de eenzaamheid vrezen. Als het leven spannend en opwindend is weet je dat om de hoek de sleur en de saaiheid al op je wachten.

De vloed wordt tenslotte altijd gevolgd door de beweging van terugtrekking en vermindering: de eb.

Mooie momenten gaan weer voorbij en dat wat ons lief is kunnen we niet voor eeuwig bij ons houden of bezitten. Dat is de rauwe pijn van het leven zelf. Van ‘dat wat is’.

De rauwe pijn van het leven zelf wordt vergezeld door de stekende pijn van een gehavend hart. De pijn van teleurstelling, afwijzing, eenzaamheid, niet gezien worden, niet gekregen hebben wat je nodig had. Aan liefde, waardering, koestering, ruimte, erkenning en aandacht. Doordat je ouders óók een gehavend hart hadden.

Dit gehavend hart wordt van generatie op generatie  doorgegeven. Daarom is het hart van de meeste mensen als een gebroken spiegel die het licht gebroken weerkaatst en verwrongen vormen laat zien. Door de bril van het gehavend hart is het haast onmogelijk helder waar te nemen.

Je bent altijd te veel of juist te weinig en te min. Er is altijd een gebrek, een dreiging, een ‘ja maar’, of iets dat niet klopt. En als reactie daarop is er een terughouden, een rekening houden met iets dat mis kan gaan. Een bij voorbaat beschermen en/of uitsluiten. Zijn er reserves en is er een overactief zintuig voor onraad.

En zo reproduceert het gehavend hart haar pijn en blijft het hart gehavend.

Hoe meer ruis je produceert in je leven door gedachten, zintuiglijke prikkelingen en activiteiten, hoe minder je present hoeft te zijn met de pijn die altijd als een grondtoon op de achtergrond aanwezig is.

Je kan de illusie hebben dat je macht, invloed en controle kan hebben over het leven. Dat het fijne, mooie, waardevolle en liefdevolle in je leven te conserveren, in te vriezen en vast te houden is. Zodat je het bij je kan houden, precies zoals het is op het hoogtepunt van de ervaring .

Maar niets, helemaal niets is bestand tegen de stroom van het leven. De gevende en nemende stroom van het leven.

Hoe meer je je van deze stroom afkeert en je ertegen verzet, hoe meer je je gehavend hart probeert te beschermen, hoe harder de pijn je op een onverwachts moment inhaalt en je confronteert met dat wat is: pijn. Rauwe pijn, intense pijn, scherpe pijn, indringende pijn: al naar gelang de vorm waarin zij verschijnt.

Pijn is inherent aan het leven. Verwachten dat het leven zonder pijn zal zijn is als verwachten dat water niet nat zal zijn.

Pijn…… je zal er mee moeten leren zijn. Hoe meer je er mee kan zijn, hoe vrijer je bent.

Hoe minder energie je kwijtraakt aan verdoven, ontkennen, ontlopen, rationaliseren, beschermen, repareren, verdedigen, krampachtig vasthouden, verlichten en jezelf te vullen met alles wat je aandacht van de pijn afleidt, hoe meer je lichaam en geest zich kunnen ontspannen. Hoe meer innerlijke rust je hebt en je vrede kunt hebben met het leven zoals het is. Zélfs als het niet is wat je gehoopt, gewild, gedroomd of verdient had.

Door te zijn met ‘dat wat is’ zal je zoveel energie over houden dat je in staat bent krachtig neer te zetten in de wereld wat je neer wilt zetten, om de wereld te verrijken en er een bijdrage aan te leveren. Je zal kunnen zijn wie je authentiek bent, zonder maskers, zonder verdedigingsmechanismes, zonder iets wat je aandacht weghaalt uit het hier en nu.

Pas dan kun je jezelf geven en delen en kun je echt in verbinding zijn met andere mensen.

Pas dan kun je adequaat reageren op de behoeften en noden van andere mensen, de wereld en het leven.

En kun je aanwezig zijn in de pijn zonder dat er lijden is.

En als de vrees voor pijn verdwenen is ben je VRIJ…

Judith Jobse

De weg van de persoonlijkheid versus de weg van de ziel

Onderstaande tekst heb ik samengesteld en vrij geinterpreteerd uit één van de lezingenseries (zie onderaan de tekst) van godsdienstfilosoof Daniel van Egmond.

De  ontwikkeling van de mens kent twee duidelijk van elkaar te onderscheiden fasen, die weliswaar in elkaar overlopen maar beiden toch heel verschillend zijn.

De eerste fase omvat de ontwikkeling van de persoonlijkheid (d.w.z. van een geïncarneerd mens die met twee voeten stevig geworteld is op aarde). De tweede fase omvat de ontwikkeling van de ziel waardoor er een levende, actieve brug tussen Hemel en Aarde ontstaat die hemelse en aardse krachten kan ontvangen en in een getransformeerde vorm kan (door)geven.

De manieren waarop deze twee ontwikkelingsfasen zich uitdrukken verschillen fundamenteel  van elkaar, want wat we nodig hebben om tot een krachtige persoonlijkheid uit te kunnen groeien is van geheel andere aard dan wat we nodig hebben om een individuele Ziel te laten ontwikkelen. Daarom is het zo belangrijk om deze twee fasen zeer goed van elkaar te onderscheiden

De psychologie in de brede zin van het woord, houdt zich bezig met alles wat met de ontwikkeling van de persoonlijkheid en de individuele psyche te maken heeft, zowel in bevorderende als in therapeutische zin. Daar waar ontwikkelingsstoornissen optreden op het niveau van de persoonlijkheid, waar bijvoorbeeld een grote mate van onevenwichtigheid ontstaat, daar is de psychotherapie het aangewezen instrument, in onze cultuur althans, om mensen te helpen uiteindelijk weer tot een evenwichtige persoonlijkheid uit te groeien. Maar de ontwikkeling van de ziel heeft niets met psychologie te maken, want dit proces vindt niet op het niveau van de psyche plaats. De Ziel behoort niet tot de psyche; hoogstens kunnen we zeggen dat de psyche tot de Ziel behoort, dat zij als het ware de ‘onderkant’ van de Ziel is.

Het domein van de Ziel wordt bestudeerd door de spiritualiteit in de ruimste zin van het woord: alles wat de groei van de Ziel bevordert, maar ook alle therapeutische aspecten die nodig zijn waar de groei van de ziel stagneert, behoort tot het domein van de spiritualiteit.

Wij leven nu in een tijd waarin dat onderscheid vaak vergeten wordt, waarin men meent dat de Ziel ook tot het domein van de psychologie behoort; waarin men meent dat psychologische technieken en therapieën ook geschikt zijn om de Ziel te doen groeien. Of andersom, en dat is net zo ten onrechte, meent men tegenwoordig vaak dat religieuze technieken en methoden geschikt zijn om psychologische problemen op te lossen. Hier worden twee duidelijk door elkaar te onderscheiden domeinen volledig door elkaar gehaald. Die twee domeinen zijn daarom verschillend omdat het individualiseren en het structureren van de persoonlijkheid een geheel ander proces is en tot een geheel ander domein van de werkelijkheid, nl. de psyche behoort, dan het individualiseren en het formeren van een Ziel.

Waaruit bestaat het onderscheid? Een persoonlijkheid kan alleen maar ontstaan dankzij toeeigening d.w.z.: we worden alleen maar een persoon indien we datgene wat we met onze zintuigen waarnemen, wat we voelen aan emoties, en wat we denken aan gedachten tot ons eigendom maken. We worden pas een persoon door ons dat allemaal toe te eigenen en overal ‘ik’ tegen te zeggen: “dit is van mij’, “dit ben ik’… dus door heel veel ‘goederen’ te verzamelen op mentaal niveau, op emotioneel niveau, op gevoelsniveau, op wilsniveau en op zintuigelijk niveau. Nogmaals, de persoonlijkheid ontstaat door toe-eigening, door ‘rijk’ te worden; alleen zo kan er een krachtige persoonlijkheid ontstaan. Een krachtige persoonlijkheid is iemand die geworteld is op aarde, die relatief autonoom de dingen om zich heen kan analyseren, die op grond van afweging en intellect, maar ook vanuit hart en gevoel tot keuzes kan komen. Wij zouden een autonome en krachtige persoonlijkheid kunnen karakteriseren als een ‘duikelaartje’, die wanneer zij of hij in een crisis terecht komt, weliswaar uit het lood geslagen kan worden maar uiteindelijk toch vanzelf weer vanuit haar/zijn middelpunt rechtop komt te staan.

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de ware en de valse persoonlijkheid. De valse persoonlijkheid is het masker dat we wensen te presenteren aan anderen, om iemand te zijn, om indruk te maken. Op een gegeven moment gaan we zelf ook in dat valse masker geloven. En dan leven we een onwaarachtig leven, een schijnleven, dat we op alle mogelijke manieren in stand moeten houden want anders worden we ontmaskerd. Een ware persoonlijkheid daarentegen is dat wat we werkelijk zijn, wat we werkelijk denken, werkelijk voelen, wat we doen als niemand kijkt. De ware persoonlijkheid komen we thuis tegen wanneer we in onze eigen ogen kijken en doen en laten wat we wensen, zonder te overwegen hoe we overkomen. Dat is een ware persoonlijkheid en die is vaak geheel anders dan het masker dat we naar buiten toe presenteren. Daarmee zeg ik niet dat we ons naar buiten toe niet anders mogen presenteren; zolang we maar beseffen dat we een spel spelen en ons op een manier presenteren die op dat moment nodig is, is er niets aan de hand. Maar op het moment dat we zelf gaan geloven dat we dit masker werkelijk zijn, dat we werkelijk zo geweldig en sterk zijn als we ons presenteren, dan gaan de dingen fout.

De ware persoonlijkheid is uiterst belangrijk, want zonder die persoonlijkheid kan de Ziel niet groeien. Daar waar we niet geleerd hebben ons wel te bevinden in ons lichaam, niet geleerd hebben om te gaan met alles wat ons lichaam aangaat, daar waar we niet geleerd hebben om te gaan en onszelf te vereenzelvigen met onze emoties, daar waar we niet geleerd hebben om te gaan en onszelf te vereenzelvigen met onze gedachten, daar waar we niet geleerd hebben om te gaan en onszelf te vereenzelvigen met onze wil – daar is een onvolkomen en uiterst wankele persoonlijkheid ontstaan die slechts enigszins geheeld kan worden door therapie. Daar leer ik dat ik mijn lichaam ben, dat ik mijn emoties ben, dat ik mijn gedachten ben, dat ik mijn wilsimpulsen ben. Daar leer ik mij hen toe te eigenen, mij mijn woede, mijn verdriet toe te eigenen, mee te gaan in mijn woede en mijn verdriet tot zij een geïntegreerd deel zijn geworden van wie ik ben, want alles wat op het niveau van de psyche gebeurt blijft bestaan, niets verdwijnt.

Indien ik mij dit alles niet heb toegeëigend en in mijn psyche heb geïntegreerd, gaan deze dingen als externe factoren mijn leven (vaak onbewust) meer en meer bepalen en word ik daardoor meer en meer onvrij en beperkt in mijn leven. Psychotherapie kan mij leren alles wat ik heb meegemaakt een plaats te geven, mij dat toe te eigenen, het een deel te laten worden van mijn persoonlijkheidsstructuur; daarom is zij een uiterst belangrijke discipline. Het kan hier zowel om een formele als informele vorm van psychotherapie gaan. Psychotherapie is nodig voordat we een spirituele weg kunnen gaan, want alleen een gezonde persoonlijkheid kan een ‘vat’ vormen waardoor een gezonde Ziel kan ontstaan.

De persoonlijkheidsstructuur kan onder invloed van allerlei ontwikkelingsstoornissen, van een verkeerde opvoeding, van natuurrampen of doordat het kind in een oorlogssituatie opgroeide waardoor die persoonlijkheid zich niet meer harmonieus kon ontwikkelen, zwak zijn of allerlei vervormingen bezitten. Zo een persoonlijkheidsstructuur is niet een doem, iets waar wij ons bij neer hoeven leggen, maar is een structuur die kan worden omgebogen: er zijn talloze therapeutische scholen en stromingen die ons kunnen helpen om tot een harmonische persoon te worden.

Stel dat de persoonlijkheid sterk, krachtig en in evenwicht is en haar plek op aarde gevonden heeft, maar zich er niet bewust van is dat er nog een ander niveau van bestaan is dat te maken heeft met de Ziel. Stel dat deze persoonlijkheid maar door blijft gaan met zich van alles toe te eigenen aan gedachten, gevoelens, wilsimpulsen, materiële dingen etc, waarbij zij steeds rijker en rijker wordt en tegelijkertijd steeds leger en leger van binnen want haar innerlijk vraagt om iets heel anders. Dan gaat er iets mis, want nu begint de persoonlijkheid die op zichzelf stabiel en in harmonie zou moeten zijn, scheef te groeien. Zij gaat maar door met ontwikkelen terwijl dat allang niet meer aan de orde is en zo ontstaat er een uiterst sterk en egocentrisch ‘ik’ dat de hele wereld wil gaan beheersen. Hier is het ‘psychologisch moment’  te ver doorgeschoten. En dat is precies wat de religieuze tradities ons vertellen: “Hou op met toe-eigenen”, “hou eens op met te mensen dat jij de bron bent van je gedachten en je gevoelens en je wilsimpulsen’, ‘hou er eens mee op te denken dat dat lijf van jou is en dat je er maar alles mee kunt doen wat je wilt’,”Kom eens tot de ontdekking dat er helemaal niets van jou is’,”Kom eens tot de ontdekking dat jij niet het middelpunt bent’. En dan komt de fase van spiritualiteit.

Dan krijgen we dingen te horen die precies het tegenovergestelde vertellen als hetgeen de psychologie ons leert, nl, je bent niet je lichaam, je bent niet je emoties, je bent niet je gedachten, je bent niet je wilsimpulsenEn dat klopt op het niveau waar we nu over spreken, het niveau van de spiritualiteit, op het niveau van de Ziel. Want de Ziel kan alleen maar groeien wanneer de persoonlijkheid transparant gaat worden, uit het middelpunt van de leefwereld weggaat, leert los te laten en leert als structuur te gaan functioneren voor de Ziel.

Een persoonlijkheid is iets wat min of meer vanzelf ontstaat, maar wanneer de persoonlijkheid min of meer voltooid is, kan niet vanzelf een Ziel ontstaan. Dat kan alleen gebeuren wanneer de persoonlijkheid zich bewust overgeeft aan het goddelijke, zich bewust in dienst stelt van het grote werk, bewust wil gaan dienen en het Heilige lief wil hebben en de naaste als zichzelf. Dit is een bewuste doelgerichte activiteit, die niet uit zichzelf ontstaat.

Wat je vaak vóór deze fase ziet is dat mensen door blijven gaan met persoonlijkheidsontwikkeling als ze het punt hebben bereikt dat ze een sterke persoonlijkheid hebben. Het is onjuist te menen dat er een ideale persoonlijkheidsstructuur moet ontstaan en toch zie je in sommige stromingen de neiging om daarnaar te streven.

Men streeft dan naar een steeds mooiere, esthetischer en harmonieuzere persoonlijkheid, maar de vraag is of men daarmee niet het ware doel voorbij schiet want wanneer we een duikelaartje zijn en we deze innerlijke rust hebben verworven, indien we op de aarde durven te rusten, dan durven wij ons ook over te geven aan de Heilige en dan vindt er een fundamentele verandering plaats en beginnen de eerste sporen van de Ziel zichtbaar te worden.

De tweede fase van de ontwikkeling van de Ziel is veel lastiger te beschrijven dan de eerste fase van het ontstaan van de persoonlijkheid. Wat gebeurd er in deze fase? Wat moet je leren? Als je wilt dat de ziel in je geboren wordt moet je leren Ruimte te zijn. Ruimte-zijn wil zeggen dat je moet leren om je niet langer automatisch alles toe te eigenen wat binnen jouw ervaring verschijnt. Toe-eigenen behoort bij de sfeer van de psychologie, bij de sfeer van de persoonlijkheid. De ziel kan niet groeien wanneer er toe-eigening plaatsvindt!

Dus de eerste belangrijke fase in deze fase – en die is moeilijk genoeg – bestaat uit het leren Ruimte te zijn, om alles wat er gebeurt, alles wat tot je komt aan zintuigelijke ervaringen, aan ervaringen van andere mensen, aan ervaringen zoals gedachten, gevoelens, maar ook als visioenen of hele diepe mystieke ervaringen, lost te laten en je te verzetten tegen de natuurlijke neiging van de persoonlijkheid hen toe te eigenen.

We bevinden ons hier dus op een omslagpunt: er is hier een ‘duikelaartje’ met een onvolmaakte persoonlijkheidsstructuur en dat ‘duikelaartje’ weet dat het haar/zijn taak als mens is om transparanter voor de Ziel te worden. Niet mijn ziel of ‘ik’ moet groeien, wat dat is nu precies het probleem waar alles om draait. Hier gaat het er juist om dat we alle ‘mijn’, alle ‘eigendom’, alle toe-eigening loslaten en iets volkomen anders dan onszelf in ons laten groeien. Dit is een groot probleem, want op het rationele niveau is het ‘ik’ zeer sterk geworden dankzij het voortdurende proces van toe-eigening. Zo is het ‘ik’ gegroeid en zo moest hij/zij ook groeien. Dat zit zo in zijn natuur en nu moet hij/zij plotseling ophouden met deze voortdurende toe-eigening. Dat lukt natuurlijk niet. En dat is een heel wezenlijk probleem want op het moment dat we ons met meditatie bezig gaan houden en we bijvoorbeeld een prachtig visioen ontvangen, zullen we vanzelfsprekend de neiging hebben ons dat visioen toe te eigenen. Dan gaan we denken dat we al aardig wat vorderingen maken, terwijl onze persoonlijkheid ondertussen almaar sterker en sterker wordt, want die gaat zich zielekwaliteiten toe-eigenen. De kunst is dus om je niks toe te eigenen, zelfs niet als je voelt dat het goddelijke je roept om je met Haar/Hem te verenigen en je mag identificeren, moet je dat niet doen! Want het is de persoonlijkheid die dat doet en het toe-eigenen van religieuze ervaringen betekent onherroepelijk beschadigingen, ernstige beschadiging van de persoonlijkheidsstructuur. Het betekent dat er dan allerlei therapieën nodig zijn om die beschadiging weer ongedaan te maken.

Maar vanaf het moment dat we aan zijn beland bij de spirituele fase gaat het erom dat we gaan loslaten van alles wat we onszelf hebben toegeëigend. Dit wordt de zuivering van de persoonlijkheid genoemd. Je kan alleen maar deze tweede fase ingaan, je kunt pas de geboorte van Christus in jezelf toelaten, wanneer je geleerd hebt Ruimte te zijn. Vanaf dat moment moeten we elke dag opnieuw, elke minuut opnieuw, proberen zodanig aanwezig te zijn, zodanig aandachtig te zijn, dat we alles wat er aan ervaring tot ons komt kunnen toelaten zonder dat we het ons toe-eigenen. Vanaf dat moment moeten we leren om ons elk moment af te vragen ‘wat zou Jezus in deze situatie hebben gedaan?” (Of als je een andere religie aanhangt, kun je Jezus vervangen door bijvoorbeeld Boeddha, Mozes, Mohammed)  Dit is de enige manier waarop ons ‘ik’ gedecentraliseerd kan worden en niet langer het middelpunt van ons bewustzijn is.

Op het rationele niveau is ons ‘ik’ echter altijd volledig middelpunt van ons bewustzijn en nu wordt er tegen dat ‘ik’ gezegd dat zij/hij moet decentraliseren en vanuit dat middelpunt weg moet gaan, dat niet zij/hij maar de Ziel in het mystieke hart moet gaan wonen. Dan gaat het ‘ik’ allerlei technieken verzinnen om uit dat middelpunt te komen, maar dat is vrij lastig. Want door het toepassen van technieken wordt dit ‘ik’ alleen maar sterker. En toch moet deze ‘ik’ met meditatie en gebedspraktijken beginnen. Dit is een zeer ingewikkelde paradox waarin het ‘ik’ dan in terecht komt: vanuit mijn eigen ‘activiteit’ moet ik leren mijzelf over te geven aan het goddelijke. Dit keerpunt is één van de belangrijkste fases op de Weg waar, vanuit het psychologische niveau, de sprong gemaakt wordt naar het zieleniveau.

Ons hele leven, tot de dood erop volgt, blijven we worstelen tegen onze neiging om ons alles toe te eigenen. Want onze mooie en sterke persoonlijkheid bestaat en leeft nu eenmaal bij de gratie van deze tendens. Daarom moeten we telkens weer bewust zeggen ‘Niet mijn wil, maar Uw Wil geschiedde”. Elke dag, bij elke ademtocht moeten we dat opnieuw zeggen, want dat zal nooit automatisch gaan. Ruimte zijn en je niks toe-eigenen is een verhaal van vallen en opstaan. Het betekent dat je niet alleen tijdens meditatie leert om steeds minder al die gedachten, gevoelens etc je toe te eigenen, maar dat je dat ook gaat proberen tijdens je gewone dagelijkse leven. En wat gebeurt er als we ruimte zijn? Dan begint alles wat tot nu toe onder de grens van je bewustzijn verscholen bleef, dus alle onbewuste tendensen, kwetsuren etc tot je bewustzijn door te dringen. We zullen tot de ontdekking komen dat allerlei onbewuste inhouden, allerlei herinneringen aan mooie maar ook aan vervelende dingen in ons leven, waarvan we dachten dat die allang voorbij waren, zoals oude pijn en oud verdriet toch weer bovenkomen en dat oude problemen hun kop opsteken terwijl je dacht dat je dank zij alle therapieën er allang vanaf was! De kans is groot dat je dan weer naar je vroegere therapeut teruggaat of een andere psychotherapeutische weg zoekt, maar dat is nu juist niet de bedoeling!! Als onze Ruimte groter en groter wordt kan alles wat aan het licht moet komen daar binnen aan het licht komen. Alles mag zich nu tonen zonder dat wij ons ermee verbinden, zonder dat wij het ons nog toe-eigenen. Je moet alles wat in de Ruimte verschijnt leren te brengen naar het mystieke hart en in het licht van het goddelijke houden, letterlijk te offeren op de altaar van je hart, zodat het licht van het goddelijke alles wat nog niet harmonieus is en dat wij onszelf niet langer toe-eigenen kan omvormen.

Dit betekent dat wij in dit stadium van onze weg, die nu de spirituele fase is ingegaan, niet langer gebruik kunnen en mogen maken van psychotherapeutische technieken. We moeten nu het Goddelijke het werk van de therapeut laten doen, in vol vertrouwen. Als we ons de kwetsuren weer toe gaan eigenen, want dat hebben we vroeger ook gedaan en toen moesten we de therapeutische fase doen, dan ben je met een regressieve weg bezig, in plaats van dat je meer en meer Ruimte aan het worden bent. Maar dat kan alleen maar als ik een ‘duikelaartje’ ben, dat kan alleen maar als ik vol vertrouwen mijzelf in gebed en meditatie durf over te geven aan het goddelijke en aan wat zich binnen mijn levende ervaring toont; eerder kan deze fase niet beginnen. Het is daarom uiterst belangrijk om een helder onderscheidingsvermogen te ontwikkelen, om te zien wat er gebeurt, dan wel iemand te vinden die je helpt om dit onderscheid helder te maken. .

Sommige mensen denken dat we onze persoonlijkheidsstructuur moeten vernietigen, omdat dat de enige manier is waarop we van onze neiging tot toe-eigening kunnen worden bevrijd en we dan tenminste helemaal ontvankelijk zijn geworden voor het goddelijke. Er bestaan inderdaad systemen waarmee we zoiets kunnen bereiken, bijvoorbeeld via sterke ascese of anderszins en soms via drugs. Alleen lossen al onze individuele structuren zich op in de oerbron en kan er geen unieke, individuele ziel door ons heen werken wat juist onze opdracht is. Dit is een regressieve weg in plaats van een authentieke weg die ons helpt om een brug te zijn tussen hemel en aarde.

Het is uiterst belangrijk om een krachtige persoonlijkheid te zijn. Het kan dus niet de bedoeling zijn dat we onszelf van onze persoonlijkheid bevrijden, integendeel! . Onze persoonlijkheid is een geschenk. Er is ten minste éénentwintig jaar, zo niet langer, aan gewerkt en zij is dus een kostbaar bezit. Het lichaam en de persoonlijkheid vormen tenslotte één geheel dat een Tempel kan zijn waarin de Heilige Geest kan wonen. Daarom is elke afwijzing van het persoonlijke, elke afwijzing van het lichamelijke anti-spiritueel.

Het is onze ware taak dat we onze persoonlijkheid nu zo transparant mogelijk te maken voor de Ziel en het Goddelijke.

Vrij samengesteld en geïnterpreteerd uit de reader “De weg van de Christelijke Mysteriën” van Daniel van Egmond (uitgave van Stichting Arcana)

Het verschil tussen onderbuikgevoelens en ware intuitie

De voorgevoelens die wij hebben en die wij intuitie noemen (intuitie = weten zonder voorkennis) zijn meestal niets anders dan onderbuikgevoelens uit ons onderbewuste en niet zoals wij graag willen geloven informatie vanuit een hogere bron zoals onze Ziel, hoger Zelf, onze beschermengel, of hoe je de hogere bron ook noemt.

Maar als je nu een voorgevoel hebt, hoe kun je dan onderscheiden of het een onderbuikgevoel is of dat het daadwerkelijk informatie vanuit een hogere bron is? Hieronder een stukje uit het boek ‘geheimen van de Ziel’ dat duidelijk maakt hoe je die twee van elkaar kunt onderscheiden.

“De meeste informatie die we intuïtief ontvangen is niet afkomstig van onze ziel, ons ‘bovenbewuste’, maar van ons ‘onderbewuste’. We dragen uit ons verleden en uit voorgaande levens heel wat oude patronen met ons mee, zoals oude verwachtingen en overtuigingen en ook deze kunnen als ‘ideeën’ in ons waakbewustzijn opduiken en ook zij hebben een grote overtuigingskracht omdat ze onze ‘oude’ waarheden vertegenwoordigen. Ze zijn geladen met emoties, ze voelen goed aan omdat we ons er in het verleden mee hebben geïdentificeerd maar daarom hoeven ze nog niet waar te zijn en doorgaans zijn ze dat ook niet. Het is dus belangrijk al onze ideeën en intuïtieve inzichten kritisch te beoordelen. De beelden uit ons onderbewustzijn houden altijd verband met ons verleden en met degene die we in onze vroegere fase van ontwikkeling zijn geweest. Ze vertegenwoordigen daardoor veelal een primitiever deel van onszelf en de emotionele waarheden die ze vertegenwoordigen hebben als gevolg daarvan veelal betrekking op persoonlijke opvattingen die gebaseerd zijn op onverwerkte lagere emoties. Het resultaat daarvan is dat veel van deze ‘intuïtieve’ inzichten een gevoel van boosheid en ergernis opwekken als ze niet door anderen worden erkend.

Echte zielsinformatie is fundamenteel anders, ze is van een hogere orde. De inspiratie die we vanuit het causale niveau ontvangen overstijgt ons huidige zelf en geeft ons inzichten die we nooit eerder hebben gehad. Deze blijken niet alleen in overeenstemming te zijn met feitelijke waarheden (voor zover die tenminste getoetst kunnen worden), ze worden ook gekenmerkt door relativeringsvermogen en gevoel voor humor. Ze geven ons niet alleen een verklaring voor bekende feiten maar maken ons ook bewust van onderliggende verbindingen en grotere verbanden. Deze kunnen moeilijk op hun waarheid worden onderzocht en daarom kunnen we deze vermeende causale (ziels) informatie voorlopig alleen als een werkhypothese accepteren om vervolgens in de praktijk van alledag te onderzoeken of die ideeën ook inderdaad voor ons de waarheid vertegenwoordigen en overeenstemmen met onze ervaringen. Daarnaast is er nog een ander belangrijk criterium waaraan causale (ziels) inzichten moeten voldoen. Ze vertegenwoordigen niet alleen de waarheid (die tot op zekere hoogte kan worden gecontroleerd), ze geven ons ook een gevoel van schoonheid en harmonie en bovendien getuigen ze van goedheid (ze kunnen niemand schaden). ‘Does this teaching have a heart”  is daarom een vraag die binnen het boeddhisme wordt gesteld om te kunnen beoordelen of een bewering op waarheid berust. De waarheid van de ziel laat ons hart opbloeien. Causaal (ziels)bewustzijn vertegenwoordigt vreugde en schoonheid en omgekeerd zullen vreugde en schoonheid ons causale bewustzijn activeren. De waarheid van de ziel is niet ernstig of streng of vroom, ze kent geen fanatisme, ze toont begrip voor anderen en getuigt van mededogen en diepe wijsheid. Onze fysieke lichaam en onze emotionele en mentale lichamen zijn vergankelijk en daarom zijn hun waarheden altijd gekleurd door de angst voor ziekte en dood. Sterfelijke lichamen zijn eindig en als we ons daarmee vereenzelvigen zullen we ons vanzelfsprekend  zorgen maken over onze eigen overleving. Dit geldt niet voor de ziel. De ziel is onsterfelijk, althans voor menselijke begrippen, en kan het zich permitteren om zorgeloos en blij te zijn. De ziel kent geen angst en laat ons daarom een heel andere waarheid zien dan onze gedachten of emoties’.

Uit: De geheimen van de Ziel – Kees en Marijke Aaldijk, blz 80, 81