‘Lijden is verzet tegen dat wat ‘is’ “ – Byron Katie
1. Pijn, lijden en problemen zijn inherent aan het leven
Iedereen hoopt op een gelukkig leven met zo min mogelijk problemen, pijn en lijden. Maar hoe goed wij ons ook best doen in het leven en hoe goed wij als mens ook proberen te zijn en te leven: pijn en lijden zijn onontkoombaar. Dit kan fysieke pijn en lijden zijn als gevolg van een ziekte of een ongeluk, maar ook psychologische pijn ten gevolge van het verlies van een dierbare, van afwijzing, van het niet realiseren van levensdoelen, van verlies van werk etc. Zelfs als wij momenten van plezier of genot ervaren zit daar lijden in verscholen, omdat deze momenten tijdelijk zijn en na verloop van tijd om zullen slaan in pijn en onplezierige ervaringen. Want vroeg of laat zullen we afscheid moeten nemen van datgene en degene waar we aan gehecht zijn. Geen leven zal zijn zonder lijden: lijden hoort bij het leven! Verwachten dat het leven zonder lijden zal zijn is als verwachten dat water niet nat zal zijn.
Dit, monniken, is de Edele Waarheid van het lijden: geboorte is lijden, ouderdom is lijden, ziekte is lijden, de dood is lijden, verdriet en weeklagen, pijn, smart en wanhoop zijn lijden; omgaan met hetgeen waarvan je een afschuw hebt is lijden, gescheiden worden van het geliefde is lijden, niet krijgen wat men wil hebben is lijden – kortom, de vijf groepen (die object zijn) van hechten, zijn lijden.’
-Boeddha-
Een leven zonder problemen is eveneens een illusie
Het verhaal over 84 problemen
Er bestaat een oud verhaal over een man die de Boeddha opzocht omdat hij gehoord had dat de Boeddha zo’n groot leraar was. Zoals iedereen, had ook hij in zijn leven de nodige tegenslag gehad en hij dacht dat de Boeddha misschien in staat was hem voorgoed van zijn problemen te verlossen. Hij vertelde de Boeddha dat hij boer was. ‘Ik hou van het boerenleven”, zei hij “maar soms regent het te weinig en dan mislukt de oogst. Vorig jaar moesten se het bijna met de dood bekopen. Andere keren regent het juist weer te veel, wat ook niet goed is voor de oogst. De Boeddha luisterde geduldig. “Ik ben getrouwd”, zei de man. “Ik heb een prima vrouw… Ik hou echt van haar. Maar soms kan ze zo tegen me zeuren. Soms wordt ik zo moe van haar.” De Boeddha luisterde zonder een woord te zeggen. “Ik heb ook kinderen’, zei de man. “Leuke kinderen, dat wel… Maar soms doen ze net alsof ik niet besta. En soms…” Zo passeerden al zijn zorgen en problemen de revue. Tenslotte was hij uitgepraat. Vol spanning wachtte hij op de woorden van Boeddha die aan al zijn problemen een eind moest maken. Tot zijn verbazing zei de Boeddha: “Ik kan je niet helpen’. “Hoe bedoelt U?” zei de man. “Iedereen heeft problemen,” antwoordde de Boeddha. “We hebben allemaal drieëntachtig problemen waaraan we niets kunnen doen. Als je echt je best doet kun je er misschien een paar oplossen, maar zodra het verdwenen is, komt er direct weer een ander voor in de plaats. Alle mensen van wie je houdt zullen bijvoorbeeld op een gegeven moment uit je leven verdwijnen. En ook jij zult op een gegeven moment doodgaan. Dit is een probleem, en jij noch wie dan ook kan daaraan iets doen, dus ook ik niet’. De man werd woedend. “En ik dacht nog wel dat U zo een groot leraar was!” schreeuwde hij. “Ik dacht dat U mij wel zou kunnen helpen! Wat hebben wij aan zo een leer?”.De Boeddha antwoordde: “ Misschien is die wel goed voor het oplossen van het vierentachtigste probleem’. “Het vierentachtigste probleem?’ riep de man verbaasd. ‘Wat is het vierentachtigste probleem?’. Boeddha antwoordde: “dat je helemaal geen problemen wilt hebben’. – Uit: Boeddhisme in alle eenvoud – Steve Hagen.
Pijn en lijden worden vaak in één adem genoemd, maar is er automatisch lijden als er pijn is? Voor de onbewuste mens is dit wel het geval. Negatieve emoties zoals boosheid, verdriet en angst en pijnlijke fysieke sensaties houden voor hen automatisch lijden in. Maar het is niet voor niets dat eeuwenoude wijsheden uit o.a. het boeddhisme, hindoeisme en TAO laatste jaren onder westerlingen zo populair zijn geworden. Zij leggen de oorzaken van lijden bloot en stellen dat lijden beëindigd kan worden. Betekent dat dat zij de formule hebben voor een leven zonder problemen en met eeuwigdurend geluk??? Nee helaas. Problemen in het leven en pijn kunnen niet vermeden worden, maar het blijkt dat je er niet automatisch onder hoeft te lijden. Er kan dus pijn zijn en er kunnen problemen zijn zónder dat er lijden is.
Pijn is een feit, lijden is een keuze – gezegde
Het inzicht dat lijden inherent is aan het leven is de eerste van de vier Edele waarheden uit het Boeddhisme. Deze vier Edele waarheden zijn:
- Leven is lijden
- Er is een oorzaak voor dat lijden
- De waarheid over het beeindigen van lijden
- Er is een pad dat leidt tot de opheffing van lijden.
Deze Vier Edele Waarheden was de eerste lering die de Boeddha gaf en het vormt de basis van alle Boeddhistische leringen. Als je de Vier Edele Waarheden bestudeerd krijg je inzicht in de aard van lijden, hoe je als mens je eigen lijden creeert en in stand houdt en hoe je jezelf kunt bevrijden van lijden.
2. Verlangen is de oorzaak is voor het lijden
De oorzaak voor het lijden is het verlangen naar iets. Of je wilt iets wat je niet hebt, of je hebt iets dat je niet wilt. Noem eens één ding op dat je dwarzit en je zult ontdekken dat het altijd verband houdt met begeerte, met verlangens, met iets waar naar je streeft of waar je juist vanaf wilt.
Al het menselijk lijden ontstaat als gevolg van drie vormen van begeerte.Deze verlangens zijn op te delen in drie typen:
- Het verlangen naar zintuigelijke ervaringen. Wij verlangen naar de plezierige gevoelens die ontstaan als gevolg van zintuigelijke prikkeling, zoals het drinken van een lekker drankje, een verkoelende duik in een zwembad, een fijne aanraking, een lekker maal. We verlangen naar meer genot, weelde, of comfort. Er is niks mis met verlangens: verlangens zijn inherent aan het leven. Lijden ontstaat als je gehecht of zelfs verslaafd raakt aan je verlangens. Boeddha ontdekte dat bijna alle levende wezens slaaf zijn van hun verlangens.
- Verlangen naar bestaan. Dit is het verlangen om te leven. Wij willen niet sterven, wij willen op één of andere manier blijven bestaan. Dit kan de huidige vorm, maar het kan ook in een alternatieve vorm, in alternatieve omstandigheden of met alternatieve karaktereigenschappen. Hierbij past de zin:”Ik wilde dat ik ….was’. Je zou dit verlangen ook manifestatiedrang kunnen noemen: we willen onze talenten benutten,we willen groeien en onszelf verbeteren. Op zich is er niks mis met deze verlangens, maar deze verlangens kunnen makkelijk ontaarden in perfectionisme, in het najagen van succes, in carrieredwang, geldingsdrang en expansiedrift. Of als je juist de status quo wilt handhaven jezelf verzetten tegen verandering, terwijl verandering inherent aan het leven is. Als dit (te) sterke vormen aanneemt kan het leiden tot stress, innerlijke onrust en psychosomatische klachten.
- Vernietigingsdrang, of verlangen naar niet-bestaan. Dit verlangen heeft betrekking op het niet willen blijven bestaan in de huidige vorm of omstandigheden, of het niet willen bestaan in een alternatieve vorm of omstandigheden. We willen iets niet meer zijn of hebben. We kunnen geen ongemak, pijn, verdriet, ziekte, afwijzing of andere onprettige menselijke ervaringen accepteren. Hierbij past de zin “Ik wilde dat ik nooit….zou hoeven zijn”. Wij streven er allen naar om van deze wereld van pijn en ellende verlost te worden. Deze drijfveer kan zich uiten in een negatief zelfbeeld of in het willen kwijtraken van iets wat ooit verworven was zoals een relatie, een baan of een huis. Het kan zelfs lijden tot zelfdoding omdat we vinden dat ons leven in de huidige status quo geen ‘zin’ meer heeft.
De boeddhistische psychologie stelt dat verlangens en lijden voortkomen uit onwetendheid.
Stel je een groep mensen voor die aan een overdadig banket heeft plaatsgenomen. Ze zitten aan lange tafels waarop de meest heerlijke spijzen staan uitgestald. Een duizelingwekkende verzameling voedsel, op de verrukkelijkste wijze geprepareerd, staat vlak voor hun neus te dampen en te glinsteren. Vreemd genoeg steekt geen enkele feestganger een hand uit naar het voedsel uit. De borden zijn leeg, ze eten er geen kruimel van. Zo zitten ze de hele tijd en ze zijn langzaam aan het verhongeren. Ze verhongeren niet omdat ze niet kunnen meedoen aan dit schitterende feest, omdat eten hun verboden is of omdat het schadelijk zou zijn. Ze verhongeren omdat ze zich niet realiseren dat ze voedsel nodig hebben . Ze weten niet dat de pijn in hun maag van de honger komt. Ze beseffen niet dat ze alleen maar hoeven toe te tasten en te genieten van het feestmaal dat voor hen staat. Dit is de realiteit waarin we leven. De meesten van ons hebben het vage gevoel dat er iets in ons leven ontbreekt. Toch hebben wij totaal geen besef van ons eigenlijke probleem en wat we eraan zouden moeten doen. Misschien zijn we ons er vaag van bewust dat er eten voor onze neus staat, maar we brengen dat niet in verband met de pijn die we van binnen voelen, ook al wordt deze steeds feller en heviger. We verlangen naar iets. We voelen pijn en een tekort. We lijden. Alles wat we nodig hebben om de onvrede te verdrijven, is binnen handbereik, toch beseffen we dat niet. Volgens de boeddha-dharma is deze droevige toestand, deze intense en nooit aflatende onvrede, de eerste waarheid van ons bestaan. Alle pijn die we onszelf en anderen aandoen – de haat, de voortdurende strijd, het gemanipuleer, de conflicten – komt uit onszelf voort. Het is het product van onze eigen hart en eigen geest, het resultaat van onze eigen verwarring. Hierbij komt nog dat we deze toestand, zolang we niet precies zien wat ons probleem is, zelf in stand houden.Uit: Boeddhisme in alle eenvoud – Steve Hagen
Maar waar zijn wij dan onwetend over? Wij zijn onwetend over:
A. Hoe het leven in elkaar steekt
B. Wie wij daadwerkelijk zijn
C.Hoe ons denken werkt.
A. Onwetendheid over hoe het leven in elkaar steekt
Verandering is inherent aan het leven: niks blijft hetzelfde, alles komt en gaat, en na groei komt afbraak. Verwachten dat alles blijft zoals het is of je hechten aan een mens, ding of een situatie veroorzaakt dus lijden
Het leven oscileert tussen uitersten, maar de meesten van ons willen het leven als het ware ‘vastzetten’ op zijn hoogtepunt om het geluk niet te verliezen of om niet nog ongelukkiger te worden. Wij verlangen dus dat het leven op een bepaalde manier hetzelfde blijft. Dit verlangen naar dat alles bij het oude blijft zorgt voor fixatie. Deze fixatie is ook een bron van lijden
HET SPEELVELD VAN HET LEVEN
—————————————————————————————-
Dit deel willen we niet Dit deel willen we wel Dit deel willen we niet
/////////////////I————————-I///////////////
Dit is het deel dat we wel willen
(qua gedachten, gevoelens, verlangens, wilsimpulsen en ervaringen) = Fixatie
Fixaties manifesteren zich in ons lichaam en zenuwstelsel als kramp, spanning, beweging, gebaren, houdingen en andere lichamelijke verschijnselen. Als reactie op de fixaties van de mind op bepaalde ervaringen raakt het lichaam gefixeerd als de energie geconcentreerd raakt en vast gaat zitten in bepaalde delen van het lichaam. Dit kan leiden tot allerlei fysieke klachten van stijfheid, ongemak en zelfs hevige pijn.
Een student vroeg ooit eens aan een Swami in India hoe hij aan zijn buitengewone hoeveelheid energie kwam. “U slaapt bijna nooit”, zei hij “waar komt die grenzeloze stroom van energie vandaan?”. “Stel je eens voor” antwoordde de Swami, hoe veel energie je (over) zou hebben als je je geen zorgen meer zou maken, niet meer zou klagen, oordelen, je verdedigen of ergens weerstand tegen zou bieden.
Peter Fenner, een Australier die jarenlang als boeddhistisch monnik heeft geleefd zegt in zijn boek ‘Radiant Mind‘ dat het belangrijk is dat we het speelveld van het leven vergroten. Hij noemt dit ‘broadening the rivers of life’. Hoe groter het speelveld van het leven, hoe minder weerstand tegen dat wat zich voordoet en dus hoe minder fixaties en lijden.
B. Onwetenheid over wie wij zijn en wat ons drijft
Wij zijn onwetend over wie wij zijn en over wat ons drijft. Wij denken dat wij zuiver bezig zijn, maar ondertussen is er op onbewust niveau geldingsdrang of vernietigingsdrang aan het werk of zijn we bezig ons verlangen naar zintuigelijk genot te bevredigen. Wij hebben vaak geen idee hoe onze drijfveren ons in de ban hebben en hoeveel ellende en lijden dat veroorzaakt.
“Verlangen is de meest opvallende en vitale drijfveer in ons leven […] Als we de betekenis, de zin, de volheid en de waarheid van verlangen begrijpen, dan krijgt verlangen een totaal andere betekenis in ons leven, dan wordt het een heel andere drijfkracht. Hoe komt verlangen tot bloei? Waarom zit er zo een enorme energie achter? Als we de aard van verlangen niet tot uit zijn diepste diepte begrijpen, zullen we altijd met elkaar blijven strijden. Je verlangt iets, je vrouw verlangt misschien naar iets anders en de kinderen weer iets heel anders. Zo liggen we altijd met elkaar overhoop.” Uit: De web van het denken – Krishnamurti
De wortel van de onwetendheid is ons ‘grijpen’ naar de verlangens omdat wij de perceptie hebben dat wij een ‘ik’ of ‘zelf’ zijn. Onze verlangens en gedachten daarover beschouwen wij als behorend bij dat ‘ik’ en dat ‘ik’ dat moet er altijd wat mee. Als dat ‘ik-ben’ er niet meer zou zijn, dan zijn er geen verlangens en dus ook geen lijden, want de verlangens zijn altijd van de persoon en gaan over de persoon en over hoe die persoon zich verhoud t.o.v. de wereld. En áls er nog wel verlangens zouden zijn, dan is er niemand (of beter gezegd niet-iemand) die wat met die verlangens zou moeten of willen, of die daar naar ‘grijpt’. Dan zouden die verlangens gewoon kunnen komen en gaan, evenals de gedachten over die verlangens, net zoals wolken die langs de hemel trekken. Er is dan alleen maar een ‘iets’ (de waarnemer) aanwezig dat die verlangens gadeslaat evenals de gedachten daarover, maar er is geen lijden omdat er niemand (of niet-iemand) is die lijdt. Meesters als Ramana Maharshi en Nisargadatta zeiden dat we in een soort amnesie over ons ware zelf verkeren: we weten niet meer wie we daadwerkelijk zijn en dat veroorzaakt lijden. Via de weg van negatie ‘niet dit en niet dat’ , oftewel door erachter te komen wie of wat je niet bent, komt je erachter wie of wat je wel bent.
“Als we verlangen waarnemen doen we dat dan als een buitenstaander die naar verlangen kijkt? Of kijken we naar het verlangen zoals het opkomt? Zie je het verschil? Je kijkt naar verlangen, als naar iets wat je mooi vindt in de etalage en graag wilt kopen, zodat het voorwerp los van je ‘ik’ staat of anderrs is je verlangen ‘ik’ dan is er de waarneming van verlangen zonder de waarnemer die het gadeslaat. Je kunt naar een boom kijken. “Boom’ is het woord waarmee je dat wat op het land staat aanduidt. Maar je weet dat het woord ‘boom’ de boom niet is. Zo is ook het woord ‘vrouw’ je vrouw niet. Maar je hebt het woord tot je vrouw gemaakt. Ik weet niet of je de grote subtiliteit hiervan begrijpt. We moeten vanaf het begin heel goed begrijpen dat het woord het ding niet is. Het woord ‘verlangen’ is niet het voelen van verlangen – dat zeer speciale gevoel dat zich achter de reactie bevindt. We moeten dus goed oppassen dat we niet in het woord gevangen gehouden worden. Onze hersens moeten ook zo actief zijn, dat ze inzien dat het voorwerp het verlangen misschien oproept een verlangen dat iets anders is dan het verlangen . Zijn wij ons ervan gewaar, dat het woord niet identiek is aan het ding en het verlangen niet losstaat van de waarnemer die het verlangen gadeslaat? Zijn we er ons ervan gewaar dat het voorwerp het verlangen misschien oproept, maar dat verlangen onafhankelijk is van het voorwerp?” Uit: Het web van het denken – Krishnamurti
C Onwetendheid over het denken
Wij denken dat verlangens meestal iets zijn wat ons overkomen en waar we weinig aan kunnen doen. Het denken blijkt echter een cruciale rol te vervullen bij het ontstaan van verlangens. Volgens Krishnamurti worden verlangens zelfs veroorzaakt wordt door het denken.
We vragen onszelf af, wat is de bron van verlangen? Nu moeten we heel waarheidsgetrouw zijn, heel eerlijk, want verlangen is iets bedriegelijks, heel listigs, tenzij wij de kern ervan begrijpen […]. Als je iets ziet, volgt een reactie. Je ziet een groen hemd, een groene jurk, dat wekt een reactie op. Er komt contact. Door dat contact schept het denken een beeld van jezelf in dat hemd of in die jurk, dan ontstaat verlangen. Of je ziet een auto op straat, mooi van lijn, glanzend gepoetst, met een sterke motor. Je loopt er eens omheen, je onderzoekt de motor. Dan schept het denken het beeld, terwijl jij in die auto stapt, de motor start, je voet neerdrukt en wegrijdt. Zo ontstaat verlangen en de bron van verlangen is het denken dat het beeld schept, tot op dat moment is er geen sprake van verlangen. Je reageert met je zintuigen, dat is normaal, maar dan creeert het denken het beeld en op dat moment ontstaat het verlangen. Uit: het web van het denken – Krishnamurti
Als je puur naar de directe ervaring kijkt ontstaan er bij het zien of ervaren van iets fijns of moois prettige fysieke sensaties. Pas als wij deze sensatie willen vasthouden of als het denken erin springt en zich een beeld maakt van hoe datgene wat een reactie teweeg bracht in jouw bezit komt, ontstaat er een verlangen. En als dat verlangen niet bevredigd wordt of als je verwachtingen (waar verlangens achter zitten) niet uitkomen ontstaat er lijden.
3. Hoe lijden te beeindigen
Dit, monniken, is de Edele Waarheid van de Opheffing van Lijden: Het is het gaandeweg verdwijnen en uiteindelijk ophouden van voornoemd verlangen. Het opgeven, het laten varen, het loslaten en de verwerping van dat verlangen zonder dat er een spoor van overblijft.’
-Boeddha-
Ieder mens is in staat om zijn eigen lijden op te heffen. Verlossing van het lijden wordt ook wel ‘verlichting’ of ‘ontwaken’ genoemd en de situatie van verlost zijn van lijden ‘Nirwana’.
Pijn is een feit, lijden is een keuze – gezegde
Als je weet dat begeertes/verlangens lijden veroorzaken dan is de meest voor de hand liggende oplossing het onderdrukken van je verlangens en begeertes, of er gewoon geen aandacht meer aan besteden. Helaas werkt dat niet: het probleem van begeerte is dat als we het met geweld wegdrukken, het aan kracht wint en soms in een andere gedaante weer zijn kop op steekt. Wegdrukken is oppompen. Dit principe kun je soms heel goed in werking zien bij mensen die proberen te lijnen: na 10 keer de zin in iets lekkers te hebben weggedrukt vinden ze zichzelf terug achter een literverpakking ijs dat ze net leeg hebben gegeten. En als je weet hoe het principe van ´wegdrukken is oppompen´ werkt verbaas je je ook niet over het feit dat er zoveel katholieke geestelijken zijn die zich hebben vergrepen aan misdienaartjes.
Maar als wegdrukken niet werkt, hoe moet je dan met je verlangens omgaan? Heel simpel: neem ze alleen maar waar. Maar daar laten we het vaak niet bij: in plaats van het alleen waar te nemen, reageren we erop en zeggen ‘het is niet goed om nu trek te hebben in chocoladeijs, ik moet daar mee ophouden’. Alleen deze reactie al zal het verlangen versterken. We zitten in een impasse: we verlangen dat er een eind komt aan het verlangen.
“Is het mogelijk dat het denken geen beeld opwekt en schept? Leren over – niet het beheersen van – verlangen is discipline. Als je werkelijk iets leert over iets, houdt het op. Maar als je zegt dat je je verlangen moet beheersen zit je op een totaal andere golflengte. Als je geheel van deze beweging ziet, zul je ontdekken dat het denken met zijn beeld er niet tussenkomt; je ziet alleen maar, je hebt de sensatie, en wat is daar verkeerd aan? We zijn allemaal zo bezeten van verlangen, we willen ons zelf vervullen door verlangen. Maar we zien niet hoeveel verwoesting het veroorzaakt – het verlangen naar persoonlijke veiligheid, het verlangen persoonlijk iets te bereiken, succes, macht prestige. Uit: Web van het denken – Krishnamurti.
De enige manier om uit deze impasse en greep van onze verlangens te komen is om een eind te maken aan onwetendheid en door te ontdekken hoe de menselijke geest werkt. De menselijke geest is als een slingeraap die van de hak op de tak springt en dat als een klein kind in een speelgoedwinkel overal naar ‘grijpt’.
Onze problemen hangen samen met dat wat Boeddha omschreef als ‘de neigingen van de geest’. De geest heeft de neiging zichzelf in een bepaalde richting te bewegen. De geest ziet iets ‘buiten zichzelf’ waarnaar hij verlangt en denkt ‘ik wil dat terug’, ‘ik wil dat nu’ of ‘Ik wil dat niet meer’, “Ik wil daarvan af”, ‘Ik wil er niets meer mee te maken hebben’. In alle gevallen definieren we datgene wat we willen of niet willen als iets wat los van onszelf staat. De geest is vol voorkeur en afkeur, vol begeerte en hebzucht. Binnen de verlichte geest, de geest van een boeddha, bestaan deze tendensen, deze verlangens, deze neigingen niet. Uit: Boeddhisme in alle eenvoud – Steve Hagen.
Boeddha begreep hoe de realiteit in de elkaar steekt en wist dat het ene verlangen altijd weer gevolgd wordt door het andere verlangen. Het ene verlangen is nog niet bevredigt of er duikt alweer een ander verlangen op dat bevredigt moet worden. Een mens die zijn verlangens najaagt is net zo gebonden als een hamster die in een rad telkens hetzelfde rondje rent. Geluk komt niet voort uit het bereiken van je verlangens, maar volgt juist als je openstaat voor de realiteit, door te zien wat er met en in ons gebeurt en deze realiteit te accepteren zoals ze is.
“Merk alles op en vindt er niks van” – Ton Boon
4. Er is een pad is dat lijdt tot het opheffen van lijden.
Boeddha had 8 levensadviezen die voor het beeindigen van lijden zorgen. Deze acht adviezen worden ook wel het Achtvoudige Pad genoemd. Als je deze acht leefregels in acht neemt dan doe je geen schade aan jezelf, anderen of de omgeving. Je zult daardoor minder problemen en conflicten in je leven veroorzaken en aantrekken waardoor er minder lijden zal zijn. Deze acht adviezen zijn:
1.Het juiste inzicht: weten hoe het denken werkt en kennis hebben van de 4 edele waarheden
2.De juiste intentie/bedoelingen: het juiste denken zonder bezitsdrang, wreedheid of boosheid.
3.De juiste spraak: het juiste spreken dus geen laster, leugens roddels of ruwe taal. Dit kan onnodig pijn,verwarring en verdriet veroorzaken.
4.Het juiste handelen: dit betreft jezelf onthouden van harmonie verstorende en (zelf) destructieve handelingen zoals geweld jegens mensen of dieren, stelen, doden, machtsmisbruik, gebruik van bedwelmende middelen en genieten ten koste van anderen (o.a. pesten)
5.De juiste wijze van levensonderhoud: Dit is een advies om een heilzaam en eerlijk beroep uit te oefenen waarbij je jezelf, anderen en de wereld geen schade toe brengt. Dus jezelf onthouden van fraude en handel in wapens en drugs. Geen beroep beoefenen waarbij je het milieu schade toe brengt.
6.De juiste inzet: dit is de inzet om het heilzame te bevorderen. Het gaat over de inspanning om onjuiste en onheilzame gedachten, emoties en daden niet langer te voeden en te beeindigen en anderzijds heilzame gedachten, emoties en daden te ontwikkelen en verder te groeien
7.De juiste aandacht: dit gaat over opmerkzaamheid en over alert zijn voor het hier en nu. Het is het observatievermogen waarmee je doorziet wat zich in een bepaalde situatie in of aan je voordoet. Het is de open aandacht met betrekking tot het lichaam, de gevoelens, de gedachten en de wilsimpulsen die zich in het hier-en-nu aan je voordoen.
8.De juiste concentratie: dit betreft eenpuntigheid van de geest: of gericht op het hier-en-nu of op een heilzaam object. Dit is een tegenovergestelde staat dan die van waarin het denken als een slingeraap van het ene object van aandacht naar het andere slingert.
5. De onzichtbare tentakels van lijden
Stel je nou voor dat je in één keer helemaal door hebt hoe lijden veroorzaakt worden en hoe je het kan beeindigen als je braaf de acht leefregels van de Boeddha volgt, dan nog is het een hele klus om het lijden in je leven daadwerkelijk te beeindigen. Lijden is namelijk ook een chemische kwestie en we kunnen er ook gehecht aan zijn geraakt of onderbewust op geprogrammeerd staan. Het is daarom interessant om jouw relatie met lijden te onderzoeken.
Onze hormoonspiegels staan afgesteld op ons gemiddelde dagelijkse portie aan lijden. Zonder dat wij het weten zorgen wij er onderbewust zelf ook nog eens voor dat er voldoende lijden in ons leven is om de hormoonspiegels op het peil te houden waaraan het gewend is. Het kan zelfs zo zijn dat je onbewust verslaafd bent aan ongelukkig zijn. Mocht je eigen leven nou op een bepaald moment niet voldoende lijden hebben om je hormoonspiegels op peil te houden, dan zijn er genoeg surrogaat drama’s die hetzelfde effect teweeg brengen. Ons bezig houden met de drama’s van anderen zorgen ervoor dat dezelfde stofjes worden aangemaakt. Het is niet voor niets dat mensen er zo een genoegen in hebben om het leed en het lijden van anderen te bepraten en er misschien zelfs ook wel een beetje van genieten. En er zijn niet voor niets zo veel real life soaps over het lijden van anderen zoals Spoorloos, Help mijn man in klusser en mijn leven in puin.
Eckhart Tolle zegt dat in het ontwerp van een mens ‘iets’ zit dat ongelukkig zijn nastreeft. Dat ‘iets’ heet een pijnlichaam. Het pijnlichaam is een opeenhoping van oude emotionele pijn in je energieveld. Het is een semi-autonoom energieveld, d.w.z. dat het een onderdeel van ons is, maar dat het ook een bepaalde zelfstandigheid heeft. Normaal bevindt ons pijnlichaam zich in een soort sluimertoestand: je bent je er dan niet van bewust. En dat is maar goed ook: als je bewust al je emotionele pijn met je mee draagt, dan is het leven geen pretje. Net als andere levensvormen heeft het pijnlichaam ‘voeding’nodig om te overleven. En het voedsel wat het nodig heeft is energie met een vergelijkbare frequentie. Dat wil zeggen: gelijksoortige emotionele pijn als waar het pijnlichaam uit bestaat. Het pijnlichaam is verzot op emotioneel pijnlijke ervaringen want daar voedt het zichzelf mee. Voor het pijnlichaam is elke emotioneel pijnlijke ervaring bruikbaar als voedsel: daarom gedijt het zo goed op negatief denken en op drama in relaties. Het pijnlichaam kan een hele tijd uit je bewustzijn blijven: soms sluimert het dagen, meestal weken, maar het kan ook maanden of jaren sluimeren.Je kan het pijnlichaam ook zien als een beer in winterslaap: een tijdje lang is er geen beer op de weg (letterlijk en figuurlijk ) maar op een gegeven moment wordt hij hongerig wakker. Dat ontwaken van het hongerige pijnlichaam kan je op twee manieren waarnemen: als je alleen bent of als je samen met anderen bent.
Alle pijnlichamen reageren op triggers. Een trigger is ‘iets’ in het hier-en-nu dat als symbool dient van een oude emotionele pijn. Als je getriggerd bent reageer je op een automatische manier: oude manieren van denken, voelen en doen worden geactiveerd. Je hebt dus geen vrijheid in je manier van denken, voelen en reageren. Triggers kunnen bepaalde situaties zijn of bepaalde dingen die mensen doen of zeggen. Het pijnlichaam dat klaarstaat om te gaan eten kan zelfs het onbeduidenste als trigger gebruiken: iets dat iemand zegt of doet, een stembuiging, een manier van kijken, een gebaar, een liedje… Ook gedachten kunnen als trigger dienen. Op nog onbewuster niveau kan zelfs de kleur behang, een ding of een geur als trigger dienen. Op het moment dat je getriggerd wordt merk je dat het pijnlichaam met kracht je bewustzijn binnentrekt: in een split second wordt je overspoeld door moeilijke en pijnlijke gevoelens. Je voelt je lichaam verkrampen en/of je voelt een stoot adrenaline door je heen golven als je boos wordt, of je voelt alle energie uit je wegtrekken als je verdrietig wordt. Hoe dan ook: het binnentrekken van het pijnlichaam in je bewustzijn heeft heftige fysieke gevolgen. Deze worden direct gevolgd door een stroom van negatieve gedachten, die de heftigheid van de gevoelens versterken. Het is alsof een grotere macht het even van je overneemt Je wordt volledig meegesleurd door de gedachten en gevoelens van het moment en je reacties die hier het gevolg van zijn lijken volledig automatisch te gebeuren. Niet zelden reageer je dan op iemand of op een situatie op een manier waar je later spijt van krijgt. “Ik was mijzelf niet’ of “ik weet niet wat mij bezielde’ zijn dingen die je jezelf later tegen iemand hoort zeggen.
Als het pijnlichaam honger heeft en getriggerd is, is je neocortex, dat deel van je hersenen waar je bewuste denken zit, min of meer buiten spel gezet. Er is verkramping en fixatie en dus is het lijden ineens vollop terug. Willen we écht van het lijden af, dan is het ook belangrijk dat we ons pijnlichaam gaan uithongeren want een wakker geworden pijnlichaam heeft een enorme overtuigingskracht en kan ons weer in een oude staat van zijn terugslingeren.
Je zou kunnen zeggen dat het verminderen van lijden in je leven ook echt een soort afkickproces vraagt. Maar dat niet alleen: je kan ook gehecht zijn geraakt aan lijden. Dit klinkt misschien vreemd, want niemand wil toch vrijwillig lijden? Maar toch kan het zijn dat het moeilijk is om afstand van lijden te nemen. Verschillende soorten van gehechtheid aan lijden:
1. Lijden kan een deel van je identiteit zijn geworden. Als je jarenlang lijdt dan kan het zijn dat het lijden onderdeel van je identiteit is geworden. Dat het een basis is geworden waarop je contact hebt met andere mensen, bijvoorbeeld met andere mensen die lijden. Stoppen met lijden kan eenzaamheid betekenen omdat je systemisch buitengesloten wordt omdat je niet meer bent zoals de anderen met wie je contact hebt en die ook lijden. Het kan ook zijn dat er een ongemakkelijke stilte gaat vallen in je conversaties met anderen als het niet meer gaat over lijden in welke vorm dan ook. Een voorbeeld hiervan: Ik ben zelf jarenlang lid geweest van een patientenvereniging. Op een gegeven moment ben ik gestopt met naar bijeenkomsten te gaan. Het had er alle schijn van dat er een soort wedstrijd gaande was wie het meeste leed en het het moeilijkst had in het leven. Diegenen met het meeste leed stonden het hoogst in de pikorde. Alles wat aangedragen werd om het lijden te beeindigen werd per definitie gediskwalificeerd en als je het geluk had dat het beter met je ging werd er nauwelijks geinformeerd naar hoe je dat voor elkaar had gekregen, maar werd er vooral minzaam gereageerd, zo van ‘als het nu goed met jou gaat ben jij vast geen échte patient geweest’.
2. Lijden kan je een bepaald voordeel opleveren. Het kan zijn dat je aandacht krijgt doordat je lijdt. Dat mensen milder voor je zijn, dat je wat ontzien wordt of dat je minder verantwoordelijkheid hoeft te dragen omdat je lijdt en mensen misschien medelijden met je hebben. Dit wordt ook wel eens ziektewinst genoemd maar ik zou het lijdenswinst willen noemen omdat je ook winst uit het lijden kan halen als je niet ziek bent maar alleen maar psychisch lijdt.
3. Het kan ook zijn dat je onderbewust van jezelf vindt dat je moet lijden. Of dat je het niet verdient om gelukkig te zijn en dat je tot nader order dient te lijden, misschien omdat je een bepaald gevoel van schuld met je meedraagt.
4. Systemische verstrikkingen. Als je uit een familie of systeem komt waarin veel mensen lijden, kan stoppen met lijden zorgen dat je je gevoel van onschuld verliest. Zo kan een vrouw die uit een systeem komt waarin de vrouwen in haar moeders lijn van herkomst al generaties lijden in relaties onbewust ook relaties uitkiezen waarin ze lijdt. Er zijn ook mensen die lijden zo van huis uit hebben meegekregen dat ze zelfs bang zijn om niet te lijden en gelukkig te zijn. Ze kunnen bang zijn dat als ze stoppen met lijden, het lot hen dan ongenadelijk afstraft en nog erger leed gaat veroorzaken. Dan maar beter het lijden behouden dat er nu is want dat is bekend. In vele religies is lijden gecultiveerd tot iets goeds en verhevens. Lijden zou een teken zijn dat je op de goede weg bent. Of hoe meer je lijdt, hoe verder je in je ontwikkeling bent.
Een zuiver of slecht geweten heeft zo goed als niets te maken met goed of kwaad; de ergste gruweldaden en onrechtvaardigheden worden met een zuiver geweten begaan. Wij voelen ons in een goede daad schuldig als die afwijkt van wat anderen van ons verwachten. Het geweten dat wij kennen als een gevoel van schuld of onschuld noemen wij het persoonlijke geweten […] Naast een persoonlijk geweten zijn wij ook onderworpen aan een systemisch geweten. Dit geweten kunnen wij niet horen of voelen, maar wij ervaren de gevolgen ervan in de beschadiging die van de ene aan de andere generatie wordt doorgegeven. Dit systemische geweten is werkzaam naast ons persoonlijke geweten, ook al weten wij dat niet. Er is ook een derde soort geweten dat ons de weg wijst naar een groter geheel. Om dit laatste geweten te volgen, dienen wij ons in te spannen, mogelijk zelfs een spirituele krachtsinspanning te leveren, want dit geweten scheurt ons los van de voorschriften van ons gezin, onze familie, onze godsdienst onze cultuur en onze persoonlijke identiteit. Uit: De verborgen dynamiek van familiebanden – Bert Hellinger
6. Is er leven na het lijden?
Hoe ziet een leven zonder lijden er nu uit? Zijn er geen problemen meer? Zijn er geen negatieve emoties zoals boosheid, angst, wantrouwen of verdriet meer?
Het leven zonder lijden kan er precies hetzelfde uitzien als een leven met lijden. Er zijn nog steeds problemen, we ervaren nog steeds verdriet als we aan een overleden dierbare denken, we voelen nog steeds irritatie als we ontdekken dat onze partner het dopje wéér niet op de tandpasta heeft gedraait en we voelen nog steeds de arrousel als er een oude trigger op ons pad komt. Het grote verschil is dat we er niet meer reactief op reageren en er onder lijden. We lijden er niet onder omdat we onze eigen pijn en reacties opmerken, maar er geen weerstand tegen hebben. We kunnen zijn met ‘dat wat is’. We merken het op en vinden er niks van. Of vinden er van alles van en merken dat dan weer op. Maar er is geen weerstand zo van ‘dit had niet zo mogen zijn’ of ‘dit moet anders’ en er is ook geen denken die zich geforceerd en krampachtig bezig houdt met strategieën om de realiteit zoals hij is te veranderen. Of die zich bezig houdt met anderen beschuldigen en diskwalificeren om eigen kwetsbaarheid te verhullen. Er is geen fixatie en geen verkramping. Als een rietstengel buig je mee in de wind.